Het is de eerste keer sinds 1949 dat een leider van de Kwomintang een ontmoeting heeft met een Chinees staatshoofd. In dat jaar eindigde de burgeroorlog in China met de vlucht van de Kwomingtang onder aanvoering van Chiang Kai–shek naar het eiland Taiwan.

De nieuwe communistische staatsleiding die zich in Peking vestigde, beschouwt Taiwan sindsdien als een opstandige provincie. Op het eiland zelf is er juist een streven naar onafhankelijkheid, maar geen enkele politiek leider in Taiwan heeft het tot dusver aangedurfd om de onafhankelijkheid ook officieel uit te roepen. Een dergelijke stap zou zeker leiden tot militair ingrijpen van China. Een recent aangenomen anti–afscheidingswet heeft dat voornemen van China intussen ook formeel bevestigd.

Lien blijft tijdens zijn zelfverklaarde „reis van de vrede" acht dagen in de volksrepubliek. Hij zal er vier steden aandoen. Lien en Hu zullen vrijdag naar verluidt in een verklaring beloven dat de onderlinge vijandigheden tot het verleden behoort en dat er gestreefd zal worden naar normalisering van de relaties. Volgens een krant in Hongkong mag Lien als teken van goede wil in elk geval twee Chinese reuzenpanda’s mee naar huis nemen.

Volgens waarnemers wil de president van China echter vooral een slag slaan in de strijd met zijn collega op Taiwan, Chen Shui–ban. Chen geldt als een voorstander van een onafhankelijk Taiwan. Door Lien formeel te ontvangen hoopt Hu dat veel Taiwanezen die China toch als hun moederland beschouwen, zich van Chen zullen afkeren. Tegenstanders van Lien vinden juist dat de Kwomintang–leider een verrader is die Taiwan aan China wil „verkopen".

De al decennia durende ruzie tussen tussen Taiwan en China is overigens in veel gevallen vooral een politieke en een propagandastrijd. China is al vele jaren alleen nog communistisch in naam en de handel tussen beide is zeer omvangrijk. China is voor Taiwan de belangrijkste handelspartner en circa een miljoen Taiwanese zakenmannen en hun families wonen in de volksrepubliek.