„Delen van drievoudig snoer lopen nog door”
Het drievoudig snoer God, Nederland en Oranje is er ooit geweest, maar is nu niet meer. Dat vindt een meerderheid van de RD-lezers en van de reformatorische jongeren. SGP-wethouder en historicus drs. A. A. van der Schans uit Bodegraven ziet het genuanceerder. „De band ”kerk, Nederland en Oranje” wordt steeds losser. De instituten kerk, Nederland en Oranje zelf zijn in verval.”
Dat de kerk in Nederland steeds minder aan bod komt, behoeft gezien de ontkerkelijking weinig betoog. Van der Schans vreest echter ook dat velen in de geformeerde gezindte niet meer beseffen wat er verloren ging met het bijna verdwijnen van het begrip ”vaderlandse kerk”. „De publiek bevoorrechte kerk en de staat vormden tijdens de Republiek der Verenigde Nederlanden een twee-eenheid.”
De verwatering van de identiteit van Nederland wijt Van der Schans aan de teloorgang van drie natievormende factoren: gemeenschappelijk verleden, taal en religie. „De migrantenstroom veroorzaakt dat we met veel nationaliteiten in ons land samenleven. Maar wat bindt ons wezenlijk samen?”
Ook Oranje als instituut is aan het verdwijnen, vindt de Bodegraafse bestuurder. „Ga jij nog naar de aubade toe? Voel je je nog Nederlander als je die liedjes zingt? Het koningshuis heeft geen ideologisch draagvlak meer. De cultus van de publieke persoonlijkheid is veel belangrijker geworden. Dat is ook in de gereformeerde gezindte meer het geval.”
Toch merkt Van der Schans, in deeltijd werkzaam als docent geschiedenis aan de hogeschool Driestar educatief, dat er zeker in de gereformeerde gezindte nog restanten over zijn van de band tussen kerk, Nederland en Oranje. „Het is niet gering dat er in kerken elke zondag voorbede wordt gedaan voor het koningshuis, dat er op catechisatie over wordt gesproken. Daaruit blijkt dat delen van het drievoudig snoer doorlopen. Dat drukt de erkenning uit van de leiding van God met het volk van Nederland. Ons koningshuis is nauw verbonden met het ontstaan van de Nederlandse natie.”
De voorliefde van de gereformeerde gezindte voor het huis van Oranje is voor een deel gebaseerd op de vermeende geestelijke ligging van de Koningin en haar familie. Van der Schans benadrukt dat hij niet wil oordelen, maar dat hun ligging niet een op een spoort met de opvattingen in de gereformeerde gezindte. „Zo moeten we niet denken dat koningin Wilhelmina het gezelschapsleven opzocht. Het lezen van haar autobiografie ”Eenzaam maar niet alleen” was voor mij een teleurstelling. Zij was zeer enthousiast over de oprichting van de Wereldraad van Kerken in 1948. De uitspraken van prins Willem-Alexander over oecumene zijn daarom niet nieuw.”
Zelf geeft de Bodegraafse historicus de voorkeur aan de uitdrukking ”kerk, Nederland en Oranje” boven het meer absolute ”God, Nederland en Oranje”. „Ik geloof niet dat God een verbond met Nederland heeft gesloten. Ik kom ”Oranje” en ”Nederland” niet tegen in de Bijbel.
Wel heb ik de overtuiging dat God in de geschiedenis van de afgelopen honderden jaren meer in Nederland heeft gewerkt dan in andere Europese landen. De gedachte dat God tot het ene volk meer dan tot het andere het Evangelie zendt, vind je letterlijk in de Dordtse Leerregels. De oorzaak daarvan ligt niet in de verdienste van dat volk, maar in Gods welbehagen.”
Dit is het vierde artikel in een serie over de RD-enquête naar aanleiding van het ambtsjubileum van koningin Beatrix. Vrijdag deel 5.