Tunesië berecht advocaat wegens kritische artikelen
Het proces tegen de in maart gearresteerde Tunesische advocaat Mohammed Abu is donderdag in de hoofdstad Tunis begonnen. Een groot deel van de Tunesische advocatuur is verbolgen over de vervolging van Abu en voert actie.
Buitenlandse collega’s van de beklaagde sturen waarnemers naar het proces. Namens onder meer de Nederlandse stichting Advocaten zonder Grenzen zou de Haagse advocaat Jan Hofdijk donderdag in de rechtszaal te zijn.
Abu verspreidde op internet twee artikelen waarin hij het autoritaire regime van president Zine al-Abidine Ben Ali fel bekritiseerde.
Hij kan vijftien jaar cel krijgen wegens „het verspreiden van valse berichten, het belasteren van justitie en opruiing om de bevolking tot het plegen van strafbare feiten aan te zetten.”
Abu zette twee artikelen op internet; één tegen een Tunesische uitnodiging aan de Israëlische premier Sharon om een conferentie in Tunis bij te wonen, en een kritisch artikel over de toestanden in gevangenissen.
Een week geleden nog publiceerde de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) een rapport waarin ze stellingnam tegen de langdurige eenzame opsluiting van politieke gevangenen in Tunesië. De regering in Tunis heeft HRW meteen toegezegd dat ze gevangenen niet langer meer dan tien dagen eenzaam opsluit. Bovendien mag HRW kijken naar de toestand in de gevangenissen, die Abu in zijn artikel vergeleek met die in het beruchte Iraakse Abu Ghraib. De laatste onafhankelijke mensenrechtengroep die één Tunesische gevangenis vanbinnen mocht bekijken was de Tunesische Liga voor de Mensenrechten, in 1991, berichtten plaatselijke media.
President Zine Ben Ali houdt het land in zijn greep. De media lijken op die van Irak onder Saddam Hussein en de verkiezingen wint hij steevast met een „stalinistische” meerderheid van 99 procent van de stemmen. Rond de Middellandse Zee zijn mogelijk alleen de regimes in Libië en Syrië meer autoritair dan dat van Tunesië.
Het land heeft in tegenstelling tot de meeste landen in de regio een relatief grote middenklasse. Het heeft nauwelijks natuurlijke hulpbronnen maar de economie is stabiel en groeiend. Opmerkelijk veel Tunesiërs zijn eigenaar van hun huis en er zijn veel buitenlandse investeringen, nog afgezien van de 5 miljoen toeristen die er jaarlijks komen.
Sinds de jaren tachtig is het percentage mensen dat onder de armoedegrens leeft volgens de officiële statistieken gedaald van 12 tot 4 procent. De Tunesiërs klagen over corruptie en nepotisme, maar volgens de internationale organisatie Transparency International (TI) valt het wel mee. Het is volgens TI beter om zaken te doen in Tunesië dan in bijvoorbeeld EU-landen als Griekenland of Tsjechië.
Maar de president klampt zich krampachtig vast aan de macht en wil herkozen worden. De relatief schaarse radicale islamisten zijn in Zine Ben Ali’s strijd tegen het terrorisme en masse in de cel verdwenen. Kritiek op de regering is een misdaad, zoals het in Abu’s geval lijkt te zijn.
De sinds 1987 regerende president heeft de Tunesiërs altijd voorgehouden dat het het beste is als ze stil zijn en geld verdienen. Maar de inmiddels 68-jarige leider heeft volgens waarnemers juist door zijn repressie veel overtuigingskracht verloren.