Erfurt is overal
Ontzetting, hulpeloosheid, verdriet en sprakeloosheid, overal. Wie kan het onbegrijpelijke bevatten? Toen Robert S. vorige week vrijdag in het Erfurtse Gutenberg-gymnasium met voorbedachten rade een bloedbad aanrichtte en met gerichte schoten zestien mensen en zichzelf doodde, viel voor velen ook het allerlaatste idee van een wereld waar alles in orde is in duigen.
Nog geen 24 uur later waren echter al de sussers te horen, die er nooit veel moeite mee hebben de gebeurtenissen in te delen. „Van iets dergelijks kan men nooit volledig gevrijwaard blijven”; en „niemand kan zoiets voor 100 procent uitsluiten” en in meer soortgelijke bewoordingen klinken de troostrijke clichés.
Zeer zeker goedbedoeld, maar tegelijkertijd lichtzinnig en gevaarlijk. Er ontstaat bij ons meer en meer een klimaat dat voor de volgende generaties -dus onze kinderen en kleinkinderen- alleen maar angst, haat en uitzichtloosheid in zich bergt. En daarvoor zijn in eerste instantie wij, als ouders en grootouders, verantwoordelijk. Niet alleen ”de leiders”, maar eenieder van ons.
Overigens: het is maar een kleine stap van de wraakterreur in Erfurt naar de zelfmoordaanslagen in Palestina en Israël. Niemand kan zeggen waar het in Palestina allereerst om draait: religieus fanatisme of grenzeloze woede en uitzichtloosheid. Het is in elk geval een mix van beide elementen die zich op een dergelijke manier ook bij ons kan manifesteren.
Isolering
Naar mijn mening zijn er drie elementen die er de oorzaak van zijn dat steeds vaker alle waarden worden omgegooid en de remmen worden losgeslagen.
In de eerste plaats: isolering. De psychische en geestelijke kwetsbaarheid en nood bij onze kinderen en jeugd neemt toe. Die beïnvloeden ook in belangrijke mate de fysieke gezondheid. Ondertussen gaat het de jonge generatie in materieel opzicht beter dan ooit.
Wat de jeugd het meest nodig heeft, wordt haar echter vaak onthouden: deel uitmaken van intacte gezinnen, liefdevolle training in het omgaan met conflicten in een klimaat waarin ook fouten mogen worden gemaakt zonder dat dat onttrekking van liefde tot gevolg heeft.
In plaats daarvan worden kinderen te vaak op zichzelf teruggeworpen en alleen gelaten. En dat niet alleen in de raadsels van het leven, maar vaak al in het leven van alledag. Ook de kliek, die vaak door alcohol, nicotine en andere drugs bij elkaar wordt gehouden, biedt hiertegen geen remedie, maar vergroot ten diepste de isolering alleen maar.
Hoe zou een grotendeels beschadigde en met zichzelf in de knoop zittende oudergeneratie haar kinderen op het leven kunnen voorbereiden? Hoe moeten in de vrieskou van de egoïstische ’relaties’ warmte, toewijding en erkenning worden ervaren? Zo blijven kinderen en jongeren op zichzelf aangewezen. Ze moeten zelf bestand zijn tegen de prestatiedruk. Al op de basisschool worden ze bedreigd door het spook van de jeugdwerkloosheid en de onduidelijke verwachtingspatronen van verschillende kanten. Slechts zelden kunnen ze vertrouwelijk met ervaren mensen praten, en zelfs dan nog worden ze aan zichzelf overgelaten. In een levensfase waarin fundamenten gelegd zouden moeten worden, voelen veel kinderen zich als drijfhout op een zee van onzekerheden.
Brutalisering
Het tweede element is: de toename van geweld. Het alleen gelaten worden leidt er ook toe dat veel kinderen ongehinderd de weg weten te vinden naar de gifkast van het moderne huishouden. Dat zijn de televisietoestellen, de video’s vol geweld en porno en de zogenaamde ”killerspelletjes” op de computer.
Waarom verbeelden we ons toch dat het morele immuunsysteem van onze kinderen dat wel kan verwerken en de juiste balans weet te vinden? Wij zaaien rauw geweld, maar willen de lieflijkheid uit de Rilke-gedichten (Duitstalige dichter (1875-1926), red.) oogsten. Wij trappen op de zielen van onze kinderen en dan verbaast het ons als fijngevoeligheid, bereidwilligheid, begrip, respect, gemeenschapszin en alles wat de waarde van een mens uitmaakt daarbij verkommeren. In een wereld waarin de filmspelers in ”Terminator” en ”Eliminator” en hun hele vernietigende en geweldverheerlijkende gespuis de held uithangen, kan het niet anders dan dat de drempel naar het gebruik van geweld drastisch verlaagd wordt.
Demonisering
Het derde element is: de demonisering. Hier scheiden zich uiteindelijk de inzichten. De overwegingen die we tot nu toe hebben geuit, zullen door veel lezers in elk geval met instemming zijn beantwoord. Maar nu begeven we ons voor velen op veel te glad ijs.
Voor onze kinderen ligt dat echter heel anders. Voor hen zijn het verpersoonlijkte kwaad, satan en zijn demonen en allerlei duistere gestalten, geen probleem. In de fantasiewereld van hun stripboeken, video’s en computerspelletjes raken ze daarmee vertrouwd. Daar versmelten jeugdige fantasie en werkelijkheid voor altijd met elkaar en wordt concreet de macht van het demonische ervaren.
De satanscultus grijpt steeds verder om zich heen. Zwarte missen en andere duistere rituelen breiden zich uit. Steeds vaker staat de politie voor onoplosbare gevallen van rituele moorden op jeugdigen.
Terwijl wij -ouders en grootouders- God langzaam en met succes uit onze levens bannen, en ook uit crèches en scholen, geven steeds meer kinderen en jongeren zich over aan occulte praktijken of verkopen hun ziel radicaal aan de duivel. Dat zijn beslist geen spelletjes waarmee men zich uit verveling inlaat. Zo kan het voor menigeen beginnen. Maar uiteindelijk gaat het om de afgrijselijke werkelijkheid van een onzichtbare wereld die juist in de landen van materiële overvloed en geestelijk gebrek steeds dieper doordringt. Waar het geloof in een levende God en de verlossende macht van Jezus Christus verdwijnt, betrekken bijgeloof en satanscultus de poort van de ziel.
Tijdgenoten die dat luchtig wegwuiven zijn óf argeloos óf ze schuwen de confrontatie met de oorzaak van onze problemen. Bovendien hebben ze het bijbels getuigenis en de realiteit van het leven tegen zich.
Bijbelse waarden
Wat wij nodig hebben is een terugkeer naar de bijbelse waarden. Dat betekent niets minder dan een zich afkeren van de verderfelijke tijdgeest, die zelfontplooiing en egoïsme eist en daarvoor onze kinderen opoffert. En het betekent een zich toewenden naar het geloof in de scheppende en verlossende God, een herontdekking van het gezin en de plaatselijke gemeenschap, zodat onze kinderen zich in een klimaat van echte liefde en toewijding kunnen ontwikkelen. Zonder een geestelijke en morele omkeer, zonder een geestelijke vernieuwing moeten we er rekening mee houden dat Erfurt slechts een voorbeeld was en dat de kloof steeds groter wordt.
Wellicht hebben we op 22 september 2002 (de datum van de verkiezingen in Duitsland, red.) nog eenmaal een kans. Dit is geen verkiezingsslag voor een bepaalde partij. Het is niet genoeg maatregelen te nemen tegen het geweld in de media of de geldklopperij van gewelddadige video’s en internetaanbiedingen aan te pakken. En ook is het niet toereikend om het gezinsleven te bevorderen en het godsdienstonderwijs op de scholen te verbeteren, hoewel dat allemaal wel belangrijk is! Het wordt de hoogste tijd dat wij mannen en vrouwen in de politiek kiezen die de innerlijk kracht hebben zich voor God en Zijn geboden te willen buigen.
De auteur is leider van het Duitse opvangcentrum Geistliches Rüstzentrum Krelingen (Lüneburger Heide).