Britse oppositie richt pijlen op Blair
Met nog minder dan twee weken te gaan voor de parlementsverkiezingen, hebben de Britse oppositiepartijen zich in hun campagne gisteren rechtstreeks tegen premier Tony Blair gericht. Zowel de Liberalen als de Conservatieven hekelden zijn optreden aan de vooravond van de oorlog in Irak.
De Liberalen, die zich verzetten tegen de oorlog, riepen op tot een regeringsonderzoek naar de legaliteit van de oorlog en claimden dat het vertrouwen van de bevolking onherstelbaar is geschaad. Charles Kennedy, de leider van de Liberalen, vroeg zich af of Blair wel te vertrouwen is als hij zegt dat er geen plannen bestaan voor een aanval op Iran. De Britse kranten stonden maandag vol met advertenties van de Liberalen waarin een lachende Blair naast de Amerikaanse president George Bush staat met daaronder de tekst: ”Nooit meer”.
Volgens de Conservatieven, die de oorlog in Irak steunden, heeft Blair gelogen om de invasie van Irak te rechtvaardigen. De Conservatieve leider Michael Howard zei dat Blair het schamele bewijs over de aanwezigheid van massavernietigingswapens heeft overdreven. „Dit is iemand die in acht jaar als premier slechts over één kwestie een standpunt heeft ingenomen: over de oorlog in Irak en daarover heeft hij niet de waarheid verteld”, aldus Howard. Verschillende kranten berichtten dat Blairs belangrijkste juridische adviseur onder druk is gezet om te verklaren dat de oorlog ook zonder tweede VN-resolutie legaal was. Blair beschuldigde zijn opponenten ervan hem zwart te maken om te verbergen dat ze geen alternatief beleid hebben geformuleerd.
De oorlog in Irak houdt de Britten minder bezig dan de politici. Slechts 3 procent vindt de oorlog de belangrijkste verkiezingskwestie. Voor de meeste Britten draaien de verkiezingen om economie, misdaad, gezondheidszorg en onderwijs. Opiniepeilingen wijzen uit dat Blairs Labourpartij de verkiezingen, die op 5 mei worden gehouden, gaat winnen.