Zeker 90 rebellen gedood in Nepal
Gevechten tussen het leger en maoïstische rebellen op twee plaatsen in het westen van Nepal hebben in de nacht van donderdag op vrijdag aan zeker negentig rebellen het leven gekost. Twee soldaten van het Nepalese leger werden in de gevechten gedood en één raakte gewond. Dat heeft het Nepalese ministerie van Defensie gemeld.
Het ministerie berichtte dat zeker veertig rebellen sneuvelden bij een vuurgevecht met soldaten in Lisne en minstens vijftig rebellen werden doodgeschoten in Bhagal. Volgens een in de regio aanwezige correspondent van het nationale radiostation Radio Nepal waren er aan de kant van de rebellen minsten 150 doden gevallen. Het vuurgevecht in Lisne brak volgens de berichtgeving van het ministerie uit toen de rebellen een legerpatrouille aanvielen.
Nepalese kranten beweerden donderdag een bericht van rebellenleider Prachand te hebben gehad waarin hij zegt open te staan voor vredesbesprekingen.
De Nepalese premier Sher Bahadur Deuba liet vrijdag echter weten dat hij alle onderhandelingen met de rebellen afwijst. Er komen pas gesprekken wanneer de maoïsten hun wapens hebben ingeleverd, aldus de regeringsleider tegen het Japanse persbureau Kyodo.
De Nepalese koning Gyanendra kondigde eind november de noodtoestand af in zijn land, nadat de rebellen zich hadden teruggetrokken uit vredesbesprekingen. De rebellen, die de monarchie willen vervangen door een communistisch bewind, pakten in 1996 de wapens op. Hun strijd heeft aan meer dan 3.000 mensen het leven gekost. De mensenrechtenorganisatie Amnesty International beschuldigt zowel het Nepalese leger als de rebellen van het doden van burgers en het begaan van andere wreedheden.
De recente verheviging van de gevechten gaat vooraf aan een bezoek van premier Deuba aan de Verenigde Staten, waar hij president George Bush zal ontmoeten om te spreken over de situatie in Nepal. Bush heeft het Amerikaanse Congres om 20 miljoen dollar gevraagd voor militaire steun aan Nepal.