Als de motie wordt aangenomen, moet de regering opstappen. Minister van Buitenlandse Zaken Gianfranco Fini liet weten het jammer te vinden dat Berlusconi niet eerder is afgetreden. Fini, die de Nationale Alliantie leidt, zei dat zijn partij de regeringscoalitie blijft steunen, maar dat de medewerking van de ministers van de partij „helemaal afhangt van wat Berlusconi zegt en doet.”

Berlusconi’s regering verkeert in een crisis sinds de coalitiepartijen begin april bij regionale verkiezingen in elf van de dertien regio’s verloren. De christen-democratische UDC van vice-premier Marco Follini vroeg Berlusconi naar aanleiding daarvan af te treden en onmiddellijk weer aan te treden met een vernieuwde regeringsploeg, een tactiek die Italiaanse regeringen in het verleden vaak hebben gebruikt om hun positie te verstevigen.

Na zaterdag uit de regering te zijn gestapt, meldde de UDC maandag een akkoord met Berlusconi te hebben bereikt over diens aftreden, maar later op de dag bleek dat de premier toch niet bereid was om op te stappen. Hij zei een dergelijke manoeuvre als een overblijfsel van een verouderd politiek systeem te beschouwen en gaf aan per se zijn vijfjarige ambtsperiode, die loopt tot 2006, uit te willen zitten.

Berlusconi zou vanmiddag eerst de Senaat en vervolgens de Kamer van Afgevaardigden, de Italiaanse Tweede Kamer, toespreken. Zijn regering is tot nu toe altijd verzekerd geweest van een stevige meerderheid in het parlement en is dat mogelijk nog steeds, aangezien de UDC heeft gezegd de regering in het parlement te zullen blijven steunen.