Geen gegijzelden in ‘omsingelde’ stad
Het Iraakse leger heeft geen gegijzelden gevonden in Madain, waar militante soennieten naar verluidt sjiitische bewoners gevangen hielden. Ongeveer 1500 Iraakse strijdkrachten zouden de plaats even ten zuiden van Bagdad hebben ingenomen, aldus het leger maandagmorgen.
„De hele stad is onder controle. We hebben de woningen onderzocht waarvan werd gezegd dat er gegijzelden zaten. We konden er geen vinden”, zei brigadegeneraal Mohammed Sabri Latif.
Het leger zei te vrezen dat de militante soennieten de gijzelaars hebben meegenomen en de rivier de Tigris zijn overgestoken. De soennieten zouden met hun actie alle sjiieten uit Madain willen verjagen. Een woordvoerder van het Comité van Moslimswetenschappers, de soennitische sjeik Abdulsalem al-Qubaisi, zei echter dat het verhaal over de gijzelingen verzonnen was als een excuus om de stad Madain binnen te vallen en mogelijke rebellen op te pakken.
Er zijn veel onduidelijkheden over de omsingeling van het stadje. Een televisiecameraman van AP die zondagochtend een rondgang maakte door Madain meldde dat inwoners hun gewone gang gingen. Winkels waren open en theehuizen zaten vol. Ook inwoners met wie telefonisch contact werd opgenomen verklaarden dat alles normaal was in Madain. Bovendien verklaarde het Iraakse ministerie van Defensie zondag nog dat het leger vijftien sjiitische families in Madain had bevrijd en vijf gijzelnemers gevangengenomen, terwijl maandagmorgen bekend werd gemaakt dat er geen gegijzelden gevonden zijn.
Het Iraakse verzet is de afgelopen maanden behoorlijk actief geweest vanuit Madain in de strijd tegen de nieuwe regering en de aanwezigheid van Amerikaanse troepen in het land. De opstand in Irak wordt vooral gevoerd door soennieten, terwijl het nieuwe Iraakse leger vooral uit sjiieten bestaat. Twee weken geleden arresteerden Iraakse militairen in het nabij Madain gelegen Salman Pak tachtig opstandelingen. Eind vorige maand werden 85 opstandelingen gedood bij een Amerikaans-Iraaks offensief tegen een trainingskamp van opstandelingen in het gebied.
De angst voor een sektarische strijd neemt toe. De vorming van een nieuwe regering waarin de belangen van sjiieten, soennieten en Koerden evenwichtig moeten worden uitgebalanceerd, is nog steeds niet rond. Al maanden steggelen de groepen over de verdeling van posten.
De vooraanstaande sjiitische parlementariër al-Hamudi zei dat de regering deze week moet zijn gevormd „omdat de veiligheid verder verslechtert en de economische situatie uitstel niet langer toelaat.”
Volgens al-Hamudi moeten vooral de soennieten tevreden worden gesteld. Soennieten waren decennia aan de macht in Irak. Na de val van Saddam Hussein verloren zij deze positie. Velen voelen zich gemarginaliseerd door de Koerden en de sjiieten. Het zijn vooral soennitische oud-aanhangers van Saddam Hussein die verantwoordelijk zijn voor het geweld.
De organisatie van de Jordaanse terroristenleider Abu Musab al-Zarqawi, al-Qaida in Irak, plaatste zondag een boodschap op internet waarin staat dat de gijzelingsactie in Madain een verzinsel is van „de vijanden van Allah” om een aanleiding te creëren voor een aanval op de soennieten.
Ook op andere plaatsen was het onrustig in Irak. Het geweld kostte in het weekeinde zeker veertien mensen het leven. Onder de doden zijn drie Amerikaanse militairen, een Fransman van Tsjechische origine en een 27-jarige Amerikaanse hulpverleenster. Verder kwamen drie Iraakse agenten en zes burgers door aanslagen om het leven. Ook werden in Centraal-Irak zeven Koerdische burgers ontvoerd die werkten op een Amerikaanse basis.