Buitenland

Turks-Cyprioten gaan pro-Europese koers varen

Met de verkiezingen morgen in Turks-Cyprus eindigt de lange heerschappij van afzwaaiend president Rauf Denktash. De kiezers hebben genoeg van zijn isolationistisch beleid.

Buitenlandredactie
15 April 2005 19:47Gewijzigd op 14 November 2020 02:27

Denktash waarschuwde donderdag de Turks-Cyprioten opnieuw dat ze altijd moeten streven naar onafhankelijkheid, maar vooral jongeren voelen tegenwoordig meer voor politieke partijen die streven naar lidmaatschap van de Europese Unie, zoals de partij van Mehmet Ali Talat, de favoriet om Denktash op te volgen. Talats belangrijkste beleidspunt is hereniging met het Griekse deel van het eiland.

De 81-jarige Denktash werd in 1974 de leider van het Turkse deel in het noorden na de invasie van Turkije, die het eiland in tweeën splitste. Ook daarvoor al was hij een vooraanstaand lid van de Turkse gemeenschap. Hij heeft zich altijd verzet tegen hereniging met het Griekse deel; uiteindelijk is dat beleid hem opgebroken. „Turken en Grieken zijn op Cyprus als olie en water: onverenigbaar”, zei hij ooit.

De Turks-Cypriotische leider voerde zijn functie met een flinke dosis onverzettelijkheid uit. Zo weigerde hij in 1998 Europees commissaris Van den Broek, die Cyprus aandeed, te ontmoeten. „De hele wereld ziet alleen de ene kant van de appel. Als ze niet naar de andere helft, naar ons, kijken komt er geen oplossing”, zei hij ooit.

Tot twee jaar geleden wist Denktash zich verzekerd van de steun van Turkije. Toen hij echter een herenigingsplan afwees dat door Ankara was goedgekeurd, veranderde dat en begon Ankara steeds meer richting Talat op te schuiven. Talat heeft nog meer belangrijke bondgenoten: ook de Verenigde Staten en de Europese Unie zien het met hem zitten.

In februari won de partij van Talat 24 van de 50 zetels in het parlement en besloot Denktash zich niet kandidaat te stellen voor het presidentschap. Talat, de leider van de linkse Republikeinse Turkse Partij, krijgt volgens de enige recente opiniepeiling 54,9 procent van de stemmen. Zijn naaste concurrent Dervis Oroglu van de Nationale Eenheidspartij krijgt slechts 26,8 procent, voorspelde de Turks-Cypriotische krant Kibris.

Vooral de groeiende armoede lijkt voor veel Turks-Cyprioten de reden om zich niet meer tegen hereniging te verzetten. Turks-Cyprus wordt alleen door Turkije erkend en is afhankelijk van Turkse steun. Het kan met geen enkel ander land handel drijven.

Talat ziet het als een van zijn belangrijkste taken zijn republiek uit dat isolement te halen. In tegenstelling tot Denktash kijkt Talat niet alleen naar Ankara, maar vooral naar het Westen, naar de Europese Unie. Het deed hem pijn, zegt hij, dat Cyprus vorig jaar bij de EU kwam, maar dan zonder Turks-Cyprus. Terwijl het Turks-Cypriotische volk juist ja had gezegd tegen een herenigingsplan van de Verenigde Naties. Grieks-Cyprus vond dat ontwerp te oneerlijk, stemde het weg, maar mocht toch bij de EU. Dat betekende dat de grens van de Unie in dat deel van Europa ophoudt bij de afscheiding van steen en prikkeldraad die dwars over Cyprus staat. Het ja van de Turks-Cyprioten heeft hun overigens wel internationale goodwill opgeleverd. Talat: „Maar dat is vooral morele goodwill. We hebben nog steeds geen concrete toezeggingen voor het opheffen van onze isolatie. En dat is voor ons natuurlijk cruciaal.”

Talat heeft de Cypriotische president Papadopoulos al enkele malen opgeroepen weer te gaan overleggen over een oplossing voor het ”Cyprus-probleem”, zoals de moeilijkheden in de volksmond heten. „Maar de heer Papadopoulos is koppig. Hij is geen voorstander van een oplossing. Hij wil zijn macht niet met ons delen. Papadopoulos wil zijn macht, de soevereiniteit, juist uitbreiden naar ons grondgebied. Voor ons natuurlijk onaanvaardbaar.”

Talat neemt het de Grieks-Cypriotische regering ook kwalijk dat ze nog steeds niet heeft aangegeven op welke punten het VN-herenigingsplan dan zou moeten worden gewijzigd. „Dat is het eerste obstakel waar ik als president tegenaan zal lopen. Ze willen gewoon niet onderhandelen, alleen op hun eigen voorwaarden. Het gaat er nu om hoe de internationale gemeenschap hierop reageert.”

Van Rauf Denktash was bekend dat hij nauwe banden had met het oude Turkse (militaire) regime. Hoe zijn de relaties van Talat met Ankara? „Natuurlijk blijf ik samenwerken met Ankara. Alleen al omdat Turkije het enige land is dat ons erkent en ons onvoorwaardelijk steunt. Maar het gaat hier om een Turks-Cypriotische kwestie, en die moeten we zelf oplossen.” Ankara zit wat dat betreft danig met Turks-Cyprus in zijn maag, omdat alleen al de aanwezigheid van 30.000 Turkse soldaten op het kleine eiland een doorn in het oog is van de Europese Unie, waar Turkije zelf zo graag bij wil.

Dan is er ook al sinds jaar en dag een VN-vredesmissie op Cyprus om beide gemeenschappen uit elkaar te houden, hoewel al tijden van gewelddadigheden nauwelijks sprake is. Talat won in februari de parlementsverkiezingen en maakte zijn Republikeinse Turkse Partij (CTP) tot de grootste in het vijftig zetels tellende parlement. „Het volk heeft daarmee de hele machtsstructuur in het noorden veranderd. Er is een andere regering gekomen en er komt een andere president. Het wordt een goeie tijd. Het wordt nu onze tijd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer