„Christelijke school werkt integrerend”
Wie zegt dat het bijzonder onderwijs integratie van allochtonen belemmert, is demagogisch bezig. Christelijke scholen nemen volop kinderen van buitenlandse afkomst aan.
Dat zei dr. K. Veling, rector van het multiculturele openbare Johan de Wittcollege in Den Haag, woensdag in Amersfoort. Hij was hoofdspreker tijdens de derde Bavincklezing, een initiatief van het Nederlands Dagblad en het Historisch Documentatiecentrum voor het Protestantisme van de Vrije Universiteit. Veling was ChristenUnie-fractievoorzitter in de Tweede Kamer en GPV-senator.
„In Den Haag zijn openbare scholen die multicultureel zijn, maar er zijn ook openbare scholen die helemaal wit zijn. Voor het christelijk onderwijs ligt dat niet anders. Slechts 4 procent van de scholen voert op basis van de grondslag een strikt toelatingsbeleid waardoor ze nauwelijks allochtonen toelaten. Dat zijn vooral reformatorische, gereformeerde en joodse scholen”, aldus Veling.
De rector verzette zich tegen de gedachte, die vooral onder liberalen opgeld doet, om religie los te zien van levensbeschouwing. „In het debat over de vrijheid van onderwijs zie je de gedachte terugkomen dat mensen losgepeld moeten worden van hun gemeenschap en hun religie. Godsdienst wordt dan iets van de binnenkamer. Tijdens de Franse Revolutie zeiden denkers dat ze de joden alles wilden weigeren als volk, maar hun alles wilden geven als individu.”
Veling stelde daar tegenover dat geloof ook gevolgen heeft voor opvoeding en onderwijs. „Integreren is daarom niet je wortels doorsnijden, maar vanuit je eigenheid verbindingen leggen naar een nieuwe bredere omgeving.”
Moslims hebben in de visie van Veling het recht om eigen scholen op te richten. Hij vindt het principieel onjuist om buitenlanders bepaalde rechten te ontzeggen omdat ze afkomstig zijn uit landen die die rechten niet hebben. „God riep het volk Israël juist op om gastvrij te zijn ten opzichte van vreemdelingen, omdat het volk vanuit de Egyptische tijd wist wat onderdrukking betekende”, zo stelde Veling.
De Haagse rector ziet geen mogelijkheden voor de ontwikkeling van een aparte islamitische zuil. „Dat past niet in deze tijd. De zuilensamenleving is voorbij. Bovendien zijn moslims zeer verschillend. Ze zijn niet bereid een leider te volgen. Hun denken verloopt langs de lijnen van hun nationaliteit.”