Populariteit Desi Bouterse neemt af
De Surinaamse ex-legerleider Desi Bouterse, voorzitter van de Nationale Democratische Partij (NDP), staat in de jongste opiniepeiling op de vierde plaats als het gaat om kandidaten voor het presidentschap. Hij is voor deze functie nu de minst populaire kandidaat.
Van de ruim 1350 ondervraagden is meer dan een kwart er geen voorstander van dat Bouterse weer in het parlement komt of een functie in de regering gaat bekleden.
De opiniepeiling van IDOS-DWT werd in de periode van 25 maart tot 6 april gehouden in vijf kiesdistricten. De antwoorden op de gestelde vragen worden mondjesmaat bekendgemaakt. Vierendertig procent van de deelnemers aan de peiling ziet als president graag Jules Wijdenbosch, die van 1996 tot 2000 de scepter zwaaide. Hij werd door massale protestacties tegen zijn economisch beleid gedwongen vervroegde verkiezingen uit te schrijven.
Wijdenbosch, politiek leider van het Democratisch Nationaal Platform 2000 (DNP 2000), dat de grootste partij is in de Verenigde Volksalliantie voor Vooruitgang, is nu de populairste presidentskandidaat. Hij wordt gevolgd door het huidige staatshoofd Ronald Venetiaan, die 25 procent scoorde. De coalitie Nieuw Front, waarvan Venetiaan deel uitmaakt, wil met het noemen van een presidentskandidaat wachten tot na de algemene verkiezingen van 25 mei.
Op de derde plaats in de peilingen staat Monique Essed-Fernandes. Zij behoort tot de politieke combinatie Alternatief 1 (A1).
Uit de enquête blijkt dat het ’stemadvies’ van de Amerikaanse ambassade in Paramaribo in het nadeel van Bouterse heeft gewerkt. Washington gaf vorige maand te kennen dat het moeilijk zal kunnen samenwerken met een regering van een veroordeelde drugsdealer. Vijfenvijftig procent van de ondervraagden meent dat Suriname door het buitenland geïsoleerd zal worden als Bouterse president van Suriname wordt.
Op 25 mei mag het electoraat 887 zetels aanwijzen uit de in totaal 9000 kandidaten die tien partijen en partijcombinaties hebben gesteld voor volksvertegenwoordigende organen. Een presidentskandidaat moet vervolgens in het parlement worden voorgedragen. Om gekozen te worden moet hij een tweederde meerderheid behalen. Lukt dat in twee stemrondes niet, dan wordt de presidentsverkiezing in de Verenigde Volksvergadering (parlementariërs plus districts- en ressortraadsleden) gehouden.
