Buitenland

Angola lijdt onder onbekende ziekte

Angola lijdt al enkele weken onder de ergste uitbraak van het marburgvirus ooit. De bevolking van het zuidelijk Afrikaanse land is zwaar getroffen door een voor haar onbekende ziekte.

Mark Wallet
13 April 2005 10:49Gewijzigd op 14 November 2020 02:26

Volgens de recentste cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van de Verenigde Naties is het virus inmiddels vastgesteld bij 214 mensen, van wie er 193 zijn overleden. Dit betekent dat de besmetting in meer dan 90 procent van de gevallen dodelijk is geweest. Andere bronnen spreken van 204 doden.

Onder de inwoners van de sloppenwijken van de Angolese hoofdstad Luanda, op zo’n 160 kilometer ten zuidwesten van Uige, is paniek uitgebroken over mogelijke verspreiding van het virus naar het zuiden. In de miljoenenstad Luanda zijn tot nu toe twee mensen na besmetting met het virus overleden. Ook in vier andere provincies zijn inmiddels ziektegevallen vastgesteld.

Het marburgvirus werpt een schaduw over de feestelijkheden rond de herdenking van drie jaar vrede na de burgeroorlog die 27 jaar duurde. Veel Angolezen vinden dat er nu weinig te vieren valt: „Hoe kunnen we het einde van de oorlog vieren wanneer tegelijkertijd deze verschrikkelijke ziekte onze mensen doodt?” vroeg een inwoner van Luanda, zich tegenover de BBC af.

De Angolese vice-minister van Gezondheid Jose Van Dunem wijt de vele doden mede aan de slechte toestand van de gezondheidszorg. „In de ziekenhuizen van Uige waar de kwaliteit niet zo hoog is, is er sprake van een veel hoger sterftecijfer dan elders.” Maar ook in de beter uigeruste ziekenhuizen weet men weinig raad met de ziekte. Medici breken zich wereldwijd het hoofd over de oorzaken en bestrijdingsmogelijkheden van het gevreesde virus.

Het marburgvirus is genoemd naar de Duitse stad Marburg, waar het in 1967 voor het eerst opdook. Medewerkers van een laboratorium raakten besmet bij het doen van proeven met Ugandese groene apen. Van de 25 geïnfecteerde personen overleden er zeven. Latere uitbraken van het virus hadden plaats in Zuid-Afrika (1975), Kenia (1980 en 1987) en in Congo (1998-2000). De epidemie in Congo eiste 128 doden.

Het marburgvirus heeft veel gemeen met het bekendere ebolavirus, waarvoor ook nog nooit een vaccin of specifieke behandeling gevonden is. Beide virussen zijn zeldzaam, maar zeer kwaadaardig. Ondanks jarenlange proeven met honderden planten, insecten en andere dieren is nog altijd niet vastgesteld onder welke omstandigheden het virus uitbreekt.

Mensen raken besmet met de ziekteverwekker door zeer nauw contact met een besmet persoon. Reguliere omgang leidt vrijwel nooit tot besmetting. Het virus wordt overgedragen door contact met bijvoorbeeld bloed, speeksel of uitwerpselen van besmette personen. In Angola vindt overdracht van het virus geregeld plaats via begrafenisrituelen die daar gebruikelijk zijn. Goede voorlichting is dus belangrijk om te voorkomen dat de ziekte op die manier om zich heen grijpt.

De eerste symptomen van de ziekte dienen zich abrupt aan en bestaan uit zware hoofdpijn, spierpijn en hoge koorts. De verschijnselen worden al snel gevolgd door verzwakking. Rond de derde dag krijgt de getroffene last van diarree, kramp en misselijkheid. De patiënt krijgt diep ingevallen ogen en een uitdrukkingsloos gezicht. Na vijf dagen ontstaan ook hevige bloedneuzen en bloedend tandvlees. Ook is er vaak sprake van niet te stelpen bloedingen op plaatsen waar bloed is geprikt. In de meeste gevallen volgt na acht tot negen dagen de dood.

Inmiddels is de regering in samenwerking met internationale hulporganisaties hard bezig het virus in te dammen. Op 1 april is er een isolatieafdeling geopend in het ziekenhuis van Uige. De bevolking moet echter nog vertrouwen krijgen in de zorg die het ziekenhuis te bieden heeft. Epidemioloog Vincent Brown, die sinds 1 april in Uige actief is, gaf vorige week tegenover Artsen zonder Grenzen aan dat veel mensen bang zijn om naar het ziekenhuis te gaan, omdat juist daar veel doden vallen. Ook het personeel laat het soms af weten, omdat er van de krap honderd werknemers in Uige er inmiddels dertien overleden zijn.

Daarnaast is er weerstand bij de familieleden en buren tegen isolatie van patiënten. Ze willen het slachtoffer vaak zelf verzorgen, maar hebben niet in de gaten dat ze een groot besmettingsrisico lopen. Belangrijk is een goede voorlichting van de bevolking over de wijze van besmetting, aldus Brown.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer