EU geeft Roemenië het voordeel van de twijfel
De EU geeft Roemenië het voordeel van de twijfel. De vroegere communistische natie is nu nog niet klaar voor toetreding in 2007, maar voorlopig houdt de Unie het erop dat zij goed haar best blijft doen om de zaken tijdig op orde te hebben en dat zij toch zonder vertraging zal aanhaken, samen met Bulgarije.
Woensdagmiddag opende het Europees Parlement in Straatsburg via een stemming de deur voor de twee genoemde kandidaten. Zij brengen straks het aantal lidstaten op 27. Eind deze maand ondertekenen de ministers van Buitenlandse Zaken het verdrag dat deze uitbreidingsronde juridisch regelt.
De onderhandelingen met de betrokken regeringen over de invoering van de duizenden pagina’s met gemeenschappelijke voorschriften op de diverse beleidsterreinen, het zogeheten acquis, zijn afgerond. Beide aspirant-leden krijgen van de Europese Commissie een voldoende voor wat betreft de huidige stand van zaken in de aanloop naar het lidmaatschap. Voor Roemenië valt het rapportcijfer echter niet hoger uit dan een mager zesje. Ofwel: er zijn forse aarzelingen.
Het land komt van ver en moet een enorme achterstand overbruggen. Het EP spreekt waardering uit voor de vorderingen die zijn geboekt bij de transformatie van een dictatuur naar een democratie en van een centraal geleide economie naar een huishouding waarin de markt vraag en aanbod stuurt. „Het vooruitzicht van aansluiting bij de EU vormde een krachtige motor achter de hervormingen en achter de inspanningen om Roemenië te moderniseren”, aldus het Parlement. Maar het voegt in een resolutie daaraan toe: „Dat proces is nog lang niet voltooid.”
Het somt een reeks van punten op die dringend om veel aandacht vragen: de strijd tegen de corruptie, de aanscherping van de grenscontroles, om illegale migratie naar de EU en mensensmokkel te verhinderen, het bevorderen van de kwaliteit van de rechtspraak, garanties voor de onafhankelijkheid van de media en voor de onbelemmerde vrijheid van meningsuiting, respect voor etnische minderheden, waaronder de Roma, en het uitroeien van geweld tegen en discriminatie van zulke bevolkingsgroepen, de versterking van het lokale en regionale bestuur, maatregelen die bescherming bieden aan kinderen en die de omstandigheden voor gehandicapten en patiënten in psychiatrische ziekenhuizen verbeteren en investeringen om de vervuiling van het milieu aan te pakken. Kortom, de boodschap luidt dat de inzet van de autoriteiten geenszins mag verslappen.
Daarom houdt de Unie de druk op de ketel. Zij hamert erop dat de uitreiking van het entreebiljet begin 2007 niet automatisch geschiedt. Op dit moment gaat het om een ja, mits, om een ja onder voorbehoud. Weliswaar wordt ervan uitgegaan dat op de vermelde datum inderdaad de overstap plaatsvindt, maar de huidige lidstaten kunnen altijd nog, waarbij unanimiteit is vereist, tot uitstel beslissen. Zo haalden zij onlangs ook een streep door de eerder voorgenomen start van het voorbereidende overleg met Kroatië, omdat de politici in Zagreb in hun ogen weigeren voluit medewerking te verlenen aan het Joegoslavië-tribunaal Den Haag, dat oorlogsmisdadigers berecht. De Roemenen zijn dus gewaarschuwd.
In november dit jaar, en een jaar later nogmaals, publiceert de Europese Commissie een verslag met een overzicht van de situatie. Zij kan daarna, indien nodig geacht, een voorstel voorleggen aan de ministers om de vrijwaringsclausule in te roepen die eventueel uitmondt in het opschorten van de toetreding tot 2008. Het Parlement heeft bedongen dat het de Commissie bij deze kwestie mag adviseren en rekent erop, na een briefwisseling daarover met voorzitter Barroso, dat diens college een negatieve beoordeling van de prestaties van Roemenië door de volksvertegenwoordigers niet zal negeren.
Een aantal europarlementariërs kijkt momenteel optimistischer aan tegen de ontwikkelingen in de kandidaat-lidstaat dan enkele maanden geleden. Tot hen behoort de Nederlander Lagendijk van GroenLinks, die als buitenlandspecialist recent een bezoek bracht aan Boekarest. Hij legt uit dat de wijziging in zijn opstelling verband houdt met de machtswisseling die zich ginds voltrok onder invloed van de uitslag van de verkiezingen van eind november. Het toen zittende kabinet van ex-communisten moest het veld ruimen voor een meer liberale coalitie, onder aanvoering van premier Tariceanu.
Lagendijk: „De vorige regering was een deel van het probleem, niet van de oplossing. Ten aanzien van de nieuwe kunnen we constateren dat haar prioriteiten sporen met de onze. Zij heeft in de voorbije vier maanden een goed programma ontworpen en goede verklaringen afgelegd. Dat wekt vertrouwen. Inmiddels zijn er door haar 25 hoge politiecommissarissen ontslagen wegens corruptie. We willen Tariceanu en zijn ploeg graag een kans geven en hen niet straffen voor de fouten van hun voorgangers. Als we nu geen ja zouden zeggen tegen de aanvraag tot aansluiting, zou dat een politiek signaal zijn dat hun positie verzwakt ten gunste van de oppositie.”
De CDA-afgevaardigden denken daar anders over. Zij namen binnen de groepering van de christen-democraten in het EP een minderheidsstandpunt in en stemden woensdagmiddag tegen. Laat Roemenië eerst maar eens vooruitgang tonen; pas daarna gaat in onze benadering het licht op groen, redeneren zij.