Herdenking Westerbork trekt duizenden bezoekers
De herdenking van de bevrijding van doorgangskamp Westerbork, zestig jaar geleden, heeft dinsdag duizenden bezoekers getrokken. Twee bevrijders, 148 overlevenden en driehonderd nabestaanden vormden de hoofdmoot. Tientallen hoogwaardigheidsbekleders, onder wie prinses Margriet, en ongeveer 2000 andere bezoekers sloten zich aan bij een stille tocht.

Onder de gasten waren tientallen schoolkinderen. Jonge, frisse, oren waren bereid te luisteren naar de vele verhalen, die niet vaak genoeg verteld kunnen worden. Tien overlevenden kregen daarom de kans, op een door henzelf uitgekozen plek in het kamp, een uur lang hun eigen persoonlijke verhaal te vertellen.
De 84–jarige Jules Schelvis uit Amsterdam heeft in 1943 samen met zijn vrouw Rachel zes dagen in Westerbork gezeten. Daarvandaan werden ze gedeporteerd naar concentratiekamp Sobibor in Oost–Polen. Uit 3000 mensen werd Schelvis samen met 79 andere mannen gekozen om te gaan werken in een turfkamp. Van zijn vrouw heeft hij geen afscheid kunnen nemen: zij is rechtstreeks de gaskamers in geleid.
Dat vernam Schelvis pas later. Hij slaagde erin als drukker elders tewerkgesteld te worden. Ook Auschwitz overleefde hij; na enkele dagen werd hij naar een vliegtuigfabriek in Stuttgart gestuurd, waar hij 8 april 1945 werd bevrijd.
Na terugkomst voelde hij zich verlaten: bijna al zijn vrienden waren vermoord en zijn vroegere werkgever was „te druk" om hem te ontvangen. Ook zijn vader overleefde de oorlog niet. Omdat hij morste met een poepton werd hij naar een vernietigingskamp gestuurd. Wel vond Schelvis twee maanden na de bevrijding zijn moeder en zusje terug. Een traan vloeit bij de gedachte aan de hereniging. Ook bezoekers pakken stilletjes hun zakdoek.
Even later klinken de namen van de 102.000 doden, die via Westerbork zijn gedeporteerd. Klokgelui roept de bezoekers, die verspreid zijn over het kampterrein, op tot een stille tocht naar het nationale monument van de twee gebogen spoorrails. Daar lezen overlevenden Ruth Wallage–Binheim (tante van de Groninger burgemeester Jacques Wallage) en Ed van Thijn (oud–minister en oud–burgemeester van Amsterdam) hun verhaal voor. Ook is er muziek, zijn er voordrachten van rabbijnen en een interview met twee oud–bevrijders.
De kracht van de vertellingen zal op volgende herdenkingen van de Tweede–Wereldoorlog ontbreken. De kracht van de verhalen blijft. In boeken, films en musea. Maar, zoals overlevende Schelvis benadrukt, de jongere generaties hoeven niet elke dag stil te staan bij de Tweede–Wereldoorlog. „Helaas zijn er voor de nieuwe generaties weer nieuwe oorlogen om te herdenken".