Annan waarschuwt voor grotere crisis in Sudan
De hoogste baas van de Verenigde Naties, Kofi Annan, heeft de internationale gemeenschap maandag gewaarschuwd voor een steeds grotere crisis in het Afrikaanse Sudan. Tijdens een tweedaagse internationale donorconferentie in Oslo wees Annan onder meer op de twee miljoen mensen in zuidelijk Sudan die zonder internationale steun op korte termijn de hongerdood wacht.
Volgens Annan is er voor acute noodhulp zeker 770 miljoen euro nodig. Sudan hoopt op 2,6 miljard dollar aan hulp om het land weer op te bouwen dat na 21 jaar burgeroorlog geheel vernield is. In totaal denkt de regering tot eind 2007 7,8 miljard dollar nodig te hebben om het land weer op te bouwen. Annan benadrukte dat veel landen eerder hulpgelden hadden toegezegd, maar die uiteindelijk niet overmaakten.
Gedurende de burgeroorlog tussen het overwegend christelijke en animistische zuiden en het islamitische noorden zijn zeker twee miljoen mensen omgekomen. Vier miljoen mensen zijn ontheemd geraakt. Sinds begin januari geldt er een vredesakkoord tussen de regering en het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA).
Minister Van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) zegde maandag in Oslo financiële steun van 175 miljoen euro toe voor de wederopbouw van Sudan. Dit bedrag omvat 100 miljoen euro die Van Ardenne eerder in het vooruitzicht stelde.
Annan en ook Van Ardenne vroegen behalve voor het nog fragiele vredesakkoord ook aandacht voor het slepende conflict in de Sudanese regio Darfur. Beiden onderstreepten dat de humanitaire crisis daar onverminderd aanhoudt, ten koste van honderdduizenden mensenlevens. De Nederlandse VN–gezant voor Sudan, Jan Pronk, zei kortgeleden al dat het vredesakkoord tussen de Sudanese regering en de rebellenbeweging SPLA, geen stand zal houden zolang het geweld in de westelijke regio Darfur aanhoudt.