Schröder eert slachtoffers Buchenwald
De Duitse bondskanselier Gerhard Schröder heeft zondag tijdens de herdenking van de zestigste bevrijdingsdag van concentratiekamp Buchenwald de vele slachtoffers geëerd. In het Nationale Theater in het nabijgelegen Weimar zei hij dat zij ten prooi zijn gevallen aan sadistische terreur en systematische moord. Namens Duitsland zei hij zich te schamen.
De plechtigheid begon met muziek van Beethoven, een vertegenwoordiger van het culturele Duitsland waarvan de nazi’s „de absolute ontkenning” waren, aldus Schröder. Hij herinnerde eraan dat Duitslands beroemdste schrijver, Goethe, in Weimar woonde. „Dat Weimar staat voor menselijkheid, verlichting en idealisme. Het is de geografische nabijheid van cultuur en barbarisme die ons sprakeloos maakt.”
Ongeveer 240.000 gevangenen, onder wie joden, krijgsgevangenen uit de Sovjet-Unie, Jehovah’s getuigen en vooraanstaande politieke gevangenen, verbleven tussen 1937 en 1945 voor kortere of langere tijd in Buchenwald. Van hen bezweken er ongeveer 56.000, vaak aan de dwangarbeid. Maar ook ziekten, honger en medische experimenten eisten hun tol.
Ongeveer 1000 mensen waren aanwezig toen Schröder en overlevenden op het kampterrein een minuut stilte hielden en bloemen legden op de plek waar de gevangenen werden gedwongen zich te verzamelen. De voormalige Amerikaanse legerdokter Jerry Hontas herinnerde zich zijn aankomst in het kamp op 12 april 1945, een dag nadat Amerikaanse tanks het hadden bevrijd. „Het was zo ongelofelijk - stapels lijken, de geur, de totale shock en verwarring, de duizenden mensen die rondliepen. We hadden geen idee van dit soort waanzinnige wreedheid.”
Premier Althaus van de deelstaat Thüringen zei dat er meer moest gebeuren dan het steeds uitroepen van „dit nooit meer.” Althaus riep op tot grotere waakzaamheid ten opzichte van extreem rechtse tendensen.
Ook de voorzitter van de centrale raad van Duitse joden, Paul Spiegel, waarschuwde voor het salonfähig worden van rechts-extremistische partijen, vooral onder jongeren.
De Spaanse schrijver Jorge Semprun, een van de overlevenden van Buchenwald, merkte op dat dit mogelijk de laatste grote herdenking is van de bevrijding van het concentratiekamp waarbij er overlevenden aanwezig zijn. „Over tien jaar is er waarschijnlijk niemand meer die kan zeggen: „Zo is het geweest”, aldus Semprun.