Afghaan getuigt toch in zaak-Vaatstra
De Afghaan M. A. wil toch getuigen in verband met de moord op Marianne Vaatstra. Dat maakte het openbaar ministerie in Leeuwarden donderdag bekend.
A., die in Londen woont, weigerde in eerste instantie te vertellen wat hij in de nacht van de moord heeft gezien. Waarom de Afghaan nu wel wil meewerken aan een verklaring, weet het OM niet.
De 16-jarige Marianne Vaatstra uit Zwaagwesteinde werd in 1999 in de nacht na Koninginnedag in een weiland bij Veenklooster verkracht en vermoord.
De politie zag de Afghaan vier maanden lang als verdachte. A. woonde ten tijde van de moord in het nabijgelegen asielzoekerscentrum in Kollum. Kort na het misdrijf verdween hij.
A. meldde zich vrijwillig bij de politie in Londen, nadat een internationaal opsporingsbevel tegen hem was uitgevaardigd. De DNA-sporen op het lichaam van het meisje bleken anders dan het DNA van de Afghaan te zijn. Hij werd daarom vrijgelaten.
Een officier van justitie en Friese rechercheurs gaan A. vóór 1 juli in Engeland ondervragen. „En dat werd ook wel eens tijd”, aldus B. Vaatstra, de vader van Marianne. Mogelijk is de Afghaan een belangrijke getuige in de zaak. „Hij is in de nacht van de moord langs de plaats van het delict gefietst, maar ik verwacht niet dat hij iets wil zeggen”, aldus Vaatstra. De vader zegt nog dag en nacht met de moord op zijn dochter bezig te zijn. Tips die via een speciale website over de zaak binnenkomen, onderzoekt hij, met hulp van anderen.
In totaal zijn vijf mensen ooit als verdachte van de verkrachting en de moord aangewezen. Allen bleken onschuldig. Het onderzoek naar de moord is, op het verhoor van de Afghaan na, op 1 juli 2003 afgesloten. Nieuwe tips worden nog wel nagetrokken.