„In de stad zijn nu tienduizenden vluchtelingen en elke boot brengt meer mensen mee", stelt M. Bulölö zondag. Hij is namens de Nederlandse stichting in het rampgebied. „Zondagmorgen was weer een zware naschok en dan zie je het aantal vluchtelingen weer groeien. Maar hier is geen opvang, de mensen slapen op straat en er is te weinig voedsel".

In de vrachtauto’s zit volgens P. van Loon van Howu-Howu precies wat de mensen nodig hebben. Van Loon denkt dat een gebrek aan organisatie van de hulpdiensten ervoor zorgt dat de vluchtelingen in Sibolga geen hulp krijgen. „De hulpverleners moeten naar Nias. Zij vragen zich af of ze in Sibolga wel spullen mogen uitdelen. Maar volgens ons is het niet zo moeilijk om daar nu een vluchtelingenkamp te realiseren".

Aan de zuidkant van het eiland is door de aardschokken het waterpeil een meter gestegen. „Daardoor gaat het gerucht dat het eiland zinkt, waardoor nog meer mensen op de vlucht slaan", aldus Van Loon. Ook voedselgebrek en de angst voor een nieuwe zeebeving zijn redenen voor de bevolking om te vluchten.

Stichting Howu-Howu verwacht dat de komende dagen nog duizenden nieuwe vluchtelingen in Sibolga aankomen. Sinds de zeebeving van tweede paasdag (8,7 op de schaal van Richter) zijn in het gebied al meer dan zevenhonderd naschokken gevoeld.