Kerk & religieWekelijkse meditatie

Er is een Verlosser

Paulus schrijft over iets wat gebeurd is in zijn leven. Het gebeurde op zijn eerste zendingsreis, in Lystre, een stadje in Klein-Azië.

Ds. W. van den Born
17 May 2025 17:50Leestijd 3 minuten
Overblijfselen van het oude Korinthe. beeld Henk Visscher 
Overblijfselen van het oude Korinthe. beeld Henk Visscher 

Paulus mocht daar een kreupele man ontmoeten die geloofde in de mogelijkheid om gezond te worden (Handelingen 14:9). Als de kreupele man gehoor geeft aan de oproep van Paulus („Sta recht op uw voeten!”), dan springt hij op en wandelt. Wat een wonder. Mensen die het zien gebeuren, willen Paulus en Barnabas aanbidden als afgoden, maar Paulus en Barnabas roepen de heidenen op om zich te bekeren tot de levende God. Wat mooi. Maar enkele Joodse mannen willen dit niet. Ze vinden dat Paulus helemaal verkeerd bezig is. Hij moet gestenigd worden. Vreselijk. De ene na de andere steen krijgt Paulus tegen zich aan gegooid. De Bijbelse geschiedenis vertelt: „Ze sleepten hem buiten de stad, menende dat hij dood was” (Handelingen 14:19). Wat een ingrijpende gebeurtenis.

Als Paulus een brief stuurt naar de christelijke gemeente in Korinthe, dan denkt hij eraan terug dat hij in doodsgevaar geweest is_:_ „Ja, wij hadden al zelf in onszelf het vonnis des doods” (2 Korinthe 1:9). De apostel dacht toen dus echt dat zijn laatste uur geslagen had. We kunnen misschien vragen: Waarom heeft God het zover laten komen? Paulus geeft hier een antwoord: „Opdat wij niet op onszelf vertrouwen zouden, maar op God, Die de doden verwekt.”

De begenadigde apostel laat eerlijk aan z’n broeders en zusters weten dat hij bang geweest is („uitnemend zeer bezwaard”). Hij kreeg een oefening van zijn geloof. De stenen die op hem afkwamen, waren stuk voor stuk vragen: „Waarom ben je zo bang? Helpt God je niet meer? Geloof je wel echt?” En toen, toen kwam de Heilige Geest hem te hulp. Hij hoefde zichzelf niet overeind te houden, nee, hij mocht z’n hele leven toevertrouwen aan „God, Die de doden opwekt”. Terwijl hij dacht bedolven te worden onder een hoop stenen (ja, dat had gekund, net als bij Stefanus, zie Handelingen 7:54-60), toen zag hij een afgewentelde steen en een geopend graf. Hij kreeg er oog voor dat zijn God en Vader machtig was om de dood van hem af te wentelen. Wat een geweldige vertroosting, om over te vertellen aan anderen. Paulus gaf het ook door aan de jonge Timotheüs: „Houd in gedachtenis dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt” (2 Timotheüs 2:8). Een aansporing voor ieder die gelooft.

Zijn de heilsfeiten al feiten vol van heil geworden voor onszelf?

Wat mooi als we kunnen getuigen van een uitredding. Alle dank aan God. Verlenging van genadetijd. Dat is het. Maar uiteindelijk moeten we allemaal sterven: u en jij en ik. We hebben gezondigd tegen een eeuwige God en daarom wacht ons een straf, een ééuwige straf: de eeuwige dood. Ontzettend. Wie schrikt ervan?

We weten van Goede Vrijdag en van Pasen. Zijn de heilsfeiten al feiten vol van heil geworden voor onszelf? Dan heeft de verkondiging van het Evangelie ons hart veroverd. Daar is plaats voor gemaakt door de Heilige Geest. Dan mogen we zicht hebben op Jezus Christus, Gods lieve Zoon. Hij is de helse smarten ingegaan en –wonder boven wonder– het ééuwige leven heeft Hij tevoorschijn gebracht. Een mogelijkheid om zalig te worden: zaligheid voor iemand die er rampzalig aan toe is. Wie dat zo krijgen mocht, die zal met dankbaarheid groot spreken van God, samen met Paulus: „Die ons uit zo grote dood verlost heeft.” Laat het overal bekend worden: er is een Verlosser!

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer