Kans op vrede tussen Syrië en Israël is nu groter dan ooit
Welke staat is de grootste vijand van Israël? Het antwoord is makkelijk: Iran. Maar wie komt op nummer twee? Dat is wat minder makkelijk uit te maken.

Syrië gooide de achterliggende decennia hoge ogen. Dat land is al sinds 1948 in oorlog met Israël. Tientallen jaren lang was het Assadregime een gezworen vijand van de Joodse staat.
Was, want het Assadregime is niet meer. Toen in december de rebellentroepen van de zelfverklaarde ex-jihadist Ahmed al-Sharaa het land overnamen, werd alles anders. Een van de onbeantwoorde vragen was en is nog steeds: hoe gaat het nieuwe regime zich opstellen richting Israël? Komt het land wat dat betreft niet van de regen in de drup?
Dat valt nog maar te bezien. De laatste weken klonken er ongelooflijke geluiden uit Damascus. Zo zei de nieuwe Syrische president Ahmed al-Sharaa tegen de Amerikaanse vertegenwoordiger Cory Mills dat Syrië best openstaat om mee te doen met de Abrahamakkoorden onder een aantal voorwaarden.
Dat klinkt alsof het Rusland van Poetin onderdeel wordt van de NAVO
Syrië? Meedoen met de Abrahamakkoorden? Dat klinkt alsof het Rusland van Poetin onderdeel wordt van de NAVO. Toch valt het te verklaren. In de eerste decennia van Israëls bestaan vocht de Joodse staat voortdurend tegen Arabische staten. Maar dat is veranderd. De grootste kans op vrede komt tegenwoordig juist van Arabische, soennitische staten, zo hebben landen als Egypte, Jordanië, de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein bewezen. Syrië zou, met een nieuw soennitisch regime, in theorie best in dat rijtje passen.

Al-Sharaa heeft veel te winnen met zo’n verdrag, omdat het ongetwijfeld hand in hand zal gaan met de opheffing van Amerikaanse (en Europese) sancties tegen Syrië. Als de Verenigde Staten de loodzware sancties tegen Syrië opheffen, kan het land wellicht eindelijk uit het eindeloze economische dal kruipen waar het in zit.
Tegelijk zijn er enorme obstakels op de weg naar zo’n verdrag en dat moet je tamelijk letterlijk nemen: de Golanhoogten zitten in de weg. Dat heuvelachtige gebied op de Syrisch-Israëlische grens werd in 1967 door Israël veroverd op Syrië. Sindsdien verrezen er tal van Israëlische nederzettingen, maar Syrië heeft zijn claim op het gebied nooit opgegeven. Er zijn wel eerdere onderhandelingen geweest tussen Israël en Syrië, maar die liepen altijd stuk op de teruggave van de Golan.
Ook de herhaalde Israëlische luchtaanvallen op doelen in Syrië, soms gericht tegen aanhangers van Iran, vormen een obstakel voor vrede. President Al-Sharaa, zelf evenmin een vriend van Iran, heeft tegen de Amerikaanse vertegenwoordigers gezegd dat die aanvallen destabiliserend zijn.
Kortom, er is morgen zeker geen vrede tussen de twee landen. Maar voor de verdere toekomst is het niet onmogelijk – de kansen zijn in elk geval groter dan ze sinds de oprichting van het moderne Israël ooit geweest zijn.