Na de aanslagen van 11 september vorig jaar hebben de Unie en de VS afgesproken nauwer te gaan samenwerken bij het bestrijden van het terrorisme. Die intentie werd enkele maanden geleden onderstreept door het bezoek dat de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Powell in Brussel bracht aan zijn Europese ambtgenoten van Justitie en Binnenlandse Zaken.

Binnenkort beginnen de officiële besprekingen die moeten resulteren in een concreet akkoord op dit terrein. Tijdens de vergadering van vrijdag is het mandaat voor die onderhandelingen vastgesteld.

Verschillen van mening met de VS zijn er over het toepassen van de doodstraf, het opleggen van levenslange gevangenisstraf, de bescherming van gegevens van verdachten en het gebruik van militaire tribunalen. Zo zullen de Europeanen zeker niet meewerken aan uitlevering als betrokkene de doodstaf boven het hoofd hangt. Dat geldt ook voor personen die zich schuldig hebben gemaakt aan terroristische activiteiten.

Dit laatste punt kwam afgelopen najaar ook al aan de orde binnen de EU. De lidstaten leken toen niet helemaal op één lijn te zitten. Groot-Brittannië met name toonde zich bereid, onder invloed van de dramatische gebeurtenissen in New York en Washington, geen hindernissen op te werpen voor de beoogde samenwerking. Vrijdag was er onder de vijftien echter sprake van volstrekte unanimiteit en zetten zij hun gezamenlijke opvatting over dit onderwerp op papier.

Uitlevering achten zij wel denkbaar in de situatie dat de rechter aan de overzijde van de Atlantische Oceaan de garantie geeft dat hij niet de doodstaf zal uitspreken hoewel de wet dat voor het delict waarom het gaat wel toelaat.