Vrijwel alle wetten worden binnenkort nog maar door één parlement behandeld, de Kamer. Die krijgt 200 zetels, vijftig meer dan nu.

De bevoegdheden van de Senaat worden teruggeschroefd: dat orgaan mag zich alleen buigen over kwesties die te maken hebben met de grondwet en met taalstrijd, afbakening van bevoegdheden tussen Vlaanderen en Wallonië en andere „intercommunautaire kwesties.”

Premier Verhofstadt sprak vrijdag van een „grondige hervorming van ons democratisch stelsel.” De huidige Belgische Senaat telt 71 leden, van wie er veertig direct worden verkozen. De overige worden aangewezen door de gewesten en door de partijen. De Senaat-nieuwe-stijl bestaat uit zeventig afgevaardigden van de Vlaamse, Waalse en Brusselse overheden.

Daarvan is de helft Vlaming en de helft Waal. De Vlaams-nationale oppositiepartij N-VA is daar tegen, omdat 60 procent van de Belgen in Vlaanderen woont.

Overigens hebben de veranderingen alleen betrekking op wetten die voor heel België gelden. Steeds vaker komen er wetten die alleen op Vlaanderen, Wallonië of Brussel slaan.

Dat de vergadering de hele nacht heeft geduurd, kwam door een typisch Belgische kwestie: de vaststelling van de kiesdistricten in de tweetalige regio Brussel.

Tevens is vastgelegd dat er een kiesdrempel komt van 5 procent per provinciale kieslijst. Nu zijn er verschillende drempels in verschillende kieskringen. De nieuwe kiesdistricten en de kiesdrempels gelden al bij de verkiezingen volgend jaar. Voor de overige veranderingen is een grondwetswijziging nodig. Onduidelijk is of de vereiste tweederde meerderheid daarvoor kan worden gehaald.