Amerikaanse rente verder omhoog
De Amerikaanse rente is opnieuw met een kwart procentpunt verhoogd. Het belangrijkste tarief, de zogeheten federal funds rate, is daarmee op 2,75 procent gekomen. Dat heeft het Amerikaanse stelsel van centrale banken, de Federal Reserve, dinsdag besloten.
Het is de zevende maal achtereen dat de centrale banken het rentepeil opschroeven. Op elke periodieke vergadering sinds juni vorig jaar, toen de rente met 1 procent op het laagste niveau sinds 1958 stond, besloten de banken de rente te verhogen.
Omdat de Amerikaanse economie nog steeds een behoorlijke groei laat zien, gaan analisten ervan uit dat de ’Fed’ de rente nog een paar keer zal verhogen. In de loop van het het jaar zou het stelsel van Amerikaanse banken een pas op de plaats kunnen maken, omdat de groei dan waarschijnlijk minder sterk zal zijn. Het Internationaal Monetair Fonds gaat voor dit jaar uit van 3,6 procent groei, tegen 4,4 procent vorig jaar.
De Fed laat zich in zijn besluitvorming onder meer leiden door de inflatie. Eerder op de dag bleek dat de producentenprijzen (de zogeheten PPI) in februari 0,4 procent waren gestegen. Exclusief voedsel en energie was dat 0,1 procent, tegen 0,8 procent in januari. De PPI is voor de Fed niet het belangrijkste inflatiecijfer. Toch werd er met de nodige spanning naar uitgekeken. Als de prijzen exclusief voedsel en energie opnieuw flink waren gestegen, zou dat de Fed wellicht tot een forsere rente–ingreep kunnen bewegen.