Moddergevecht in Bulgarije
In Bulgarije gaan de kiezers morgen naar de stembus om een nieuwe president te kiezen. Grote kanshebber is de zittende president Petar Stojanov, hoewel hij waarschijnlijk over veertien dagen een tweede ronde nodig zal hebben om definitief te worden herkozen. De campagne, die inhoudelijk nergens over gaat, is intussen ontaard in een waar moddergevecht tussen Stojanov en zijn grote rivaal Bonev.
Stojanov (49) is president sinds de vorige verkiezingen in november 1996. Hij kwam toen uit namens de oppositionele Unie van Democratische Krachten (UDK) en versloeg in de tweede ronde de kandidaat van de ex-communistische Bulgaarse Socialistische Partij (BSP). Een jaar geleden besloot hij echter niet langer uit te komen voor de UDK, maar zich tijdens de verkiezingen te presenteren als een onafhankelijke kandidaat. Hij vond dat hij op die manier meer kon betekenen voor het Bulgaarse volk.
Stojanov deed het bij de kiezers de afgelopen vijf jaar behoorlijk goed en kan nog steeds bogen op een redelijke populariteit. Toch is dat niet de belangrijkste oorzaak voor het feit dat hij waarschijnlijk zal worden herkozen. Reden daarvoor is de steun van de voormalige tsaar en regerend minister-president, Simeon II, die in juni van dit jaar met zijn Nationale Beweging Simeon II met overmacht de parlementsverkiezingen won.
Simeon heeft sinds de verkiezingen nog maar weinig aan populariteit ingeboet, hoewel vorige week donderdag –de dag waarop de eerste honderd dagen van Simeons regering erop zaten– zo’n 5000 Bulgaren de straat opgingen om in de hoofdstad Sofia te protesteren tegen zijn beleid. De huidige premier domineert de Bulgaarse politiek nog volledig. Het is onmogelijk om op dit moment enige oppositie tegen hem te voeren. De kandidaat die door Simeon wordt gesteund, zal de verkiezingen naar alle waarschijnlijkheid dan ook winnen.
Simeon zelf is geen kandidaat voor het presidentschap. Dat heeft te maken met het ceremoniële karakter van het presidentschap. In Bulgarije heeft de president nauwelijks tot geen invloed op het regeringsbeleid. In zijn huidige functie van premier kan Simeon veel meer bereiken. Na lang aarzelen heeft Simeon ook geen kandidaat uit de eigen gelederen naar voren geschoven. Dat heeft wellicht te maken met het gebrek aan geschikte kandidaten in de eigen partij, die nogal eens onervarenheid wordt verweten. Een andere, belangrijke reden dat Simeon noch zichzelf noch een partijgenoot verkiesbaar heeft gesteld, zijn de goede verhoudingen tussen Stojanov en de regering. In de afgelopen periode heeft de president in discussies tussen zijn voormalige partij, die in de oppositie zit, en de beweging van Simeon II meerdere malen de kant van Simeon gekozen. Bovendien is Stojanov er de afgelopen tijd in geslaagd meer vertrouwen van Westerse leiders te winnen, een belangrijk speerpunt in het beleid van Simeon.
Concurrentie
Tot voor kort gingen de media in Bulgarije er vanuit dat Stojanov mogelijk al in de eerste ronde de absolute meerderheid zou halen. De laatste weken heeft de zittende president echter serieuze concurrentie gekregen van twee kandidaten die mogelijk een tweede ronde noodzakelijk maken. Dat zijn de voormalige minister van Binnenlandse Zaken, Bogomil Bonev (44), die namens de Burger Partij Bulgarije (BPB) uitkomt en Georgi Parvanov (44) van de ex-communistische BSP. De drie overige kandidaten voor het presidentschap spelen geen rol van betekenis.
Het zal voor de Bulgaarse kiezer een hele klus worden om op grond van inhoudelijke verschillen een keuze te maken tussen de drie kandidaten. Ze zijn het alle drie min of meer met elkaar eens over de grote thema’s zoals aansluiting bij de Europese Unie en de NAVO. Ook bestaan er over het te voeren economische en financiële beleid geen grote meningsverschillen. De partijen zijn voorstander van een saneringsbeleid om de nationale economie weer gezond te maken.
Verschil van mening is ook nauwelijks mogelijk. De Bulgaren zijn met handen en voeten gebonden aan organisaties als het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Europese Unie (EU), waardoor er nauwelijks ruimte is voor het voeren van een eigen economisch en financieel beleid.
Corruptie
Inhoudelijke verschillen zijn er niet alleen nauwelijks te ontdekken, ze spelen in de huidige verkiezingen ook amper een rol. Tijdens de verkiezingen gaat het niet om het beleid, maar om de poppetjes. De Bulgaarse kiezers zullen hun stem dan ook enkel en alleen uitbrengen op grond van persoonlijke sympathieën.
Om zich toch ergens mee te kunnen profileren, hebben met name Bonev en Stojanov een thema uit de kast gehaald, waarmee ze elkaar te vuur en te zwaard bestrijden, namelijk corruptie. Bonev, die zich profileert als de grote bestrijder van dit kwaad, beschuldigde de president er onlangs van een bedrag van 1,5 miljoen lev (ruim 1,7 miljoen gulden) te hebben aangenomen van Michael Chorny, een Russische zakenman die Bulgarije is uitgezet op verdenking van betrokkenheid bij de georganiseerde misdaad. Het geld zou Stojanov hebben gebruikt om de kosten te dekken voor een volksfestival dat het begin vormde van zijn verkiezingscampagne.
Stojanov ontkende de aantijgingen onmiddellijk en zei Chorny nog nooit te hebben ontmoet. Het geld voor het festival zou afkomstig zijn van het Bulgaarse telecommunicatiebedrijf Mobil Tel. Gezegd moet worden dat Bonev de beschuldigingen tot op heden nog niet hard heeft weten te maken.
Schandaal
Vooralsnog is het niet erg waarschijnlijk dat Stojanov zich op grote schaal aan corruptie heeft bezondigd. Dat is ook een van de redenen waarom hij de steun krijgt van Simeon II en zijn partij, die bestrijding van corruptie hoog in het vaandel heeft staan en zelf nog niet de tijd heeft gehad om zich te corrumperen. Simeon zou zijn eigen glazen ingooien als hij een presidentskandidaat zou steunen die corrupt blijkt te zijn.
De discussie over corruptie ontaardde afgelopen dinsdag in een heus schandaal toen een geïrriteerde Stojanov tijdens een televisiedebat besloot terug te slaan en de ganse natie een geheim document van de Nationale Veiligheidsdienst toonde, waaruit zou blijken dat niet hij, maar Bonev zich aan corruptie schuldig zou hebben gemaakt. Het moddergevecht was in alle hevigheid losgebarsten.
Hoewel Bonevs schuld met het tonen van het bewuste document formeel niet is bewezen, zijn veel Bulgaarse kiezers toch geneigd om aan deze beschuldiging veel waarde te hechten. Feit is wel dat Bonev, afkomstig uit de communistische jeugdbeweging, over veel geld beschikt waarvan de herkomst niet duidelijk is. De voorman van de BPB mag zich dan presenteren als „de sterke president” –zijn verkiezingsleus– en met mooie woorden grote invloed uitoefenen op een deel van de Bulgaarse kiezers, hij heeft wel het een en ander uit te leggen.
Blauwe ogen
De socialistische Parvanov bekijkt dit moddergevecht vanaf de zijlijn. Hij probeert zich ten koste van Stojanov te profileren als degene die het meeste affiniteit heeft met de nieuwste technologische ontwikkelingen. Stojanov heeft namelijk de reputatie een belangrijke promotor te zijn van nieuwe technologieën. Tegelijkertijd probeert Parvanov zich neer te zetten als een levendig en toegankelijk persoon. Hij is volgens zijn campagneleiders een charmante man en zijn blauwe ogen zouden het erg goed doen bij het zwakke geslacht onder de Bulgaarse kiezers.
Wat de gevolgen van Stojanovs optreden tijdens de televisie-uitzending van afgelopen dinsdag zullen zijn voor de uitslag van morgen, valt niet met zekerheid te zeggen. Het is niet onwaarschijnlijk dat zowel Stojanov als Bonev enige averij hebben opgelopen. Dat zou tot gevolg kunnen hebben dat Parvanov als nummer twee uit de bus komt en over twee weken de strijd zal aangaan met de huidige president. In twee van de drie peilingen ligt hij op dit moment inderdaad met een verschil van ongeveer 3 procent voor op Bonev. Maar de afstand tot Stojanov, die kan rekenen op zo’n 40 procent van de stemmen, is altijd nog 20 procent. Of Parvanov morgen al dan niet als tweede eindigt, zal er niet zoveel toe doen. Ook hij zal het uiteindelijk moeten afleggen tegen Stojanov, de kandidaat van ex-tsaar Simeon II.