Al–Jaafari zegt met harde hand te willen optreden tegen de terreur. „Als het democratisch experiment en de opbouw van een nieuw Irak moeten slagen, moeten deze dagelijkse bloedbaden ophouden". Hij vindt dat er „geen mildheid voor moordenaars" mag zijn.

Om het door etnische verschillen verdeelde land te bevrijden, wil al–Jafaari de Koerden in het noorden van het land vergaande autonomie toestaan. In het kader van de nationale verzoening wil hij ook de ’soennitische broeders’ bij de ontwikkelingen betrekken en hen bewegen mee te werken aan de nieuwe grondwet.

Irak moet in principe een islamitische staat worden, zei al–Jaafari. „Iran noch Saoedi–Arabië moet daarvoor model staan", benadrukte hij. Hij is niet van plan vrouwen te verplichten gesluierd door het openbare leven te gaan.