Annan: Syrië moet vóór mei uit Libanon vertrekken
Secretaris-generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties staat er op dat Syrië al zijn troepen uit Libanon weghaalt voor de Libanese parlementsverkiezingen in mei.
Annan zei dit donderdag in een verklaring die werd uitgegeven na een onderhoud met zijn speciale gezant Terje Roed-Larsen. Annan heeft niet eerder een specifiek tijdsbestek voor het vertrek van de Syriërs uit Libanon genoemd.
Annan maakte in de verklaring duidelijk dat ook „het inlichtingenapparaat en het militair materieel” van Syrië uit Libanon moeten worden teruggetrokken. Ook de Amerikaanse president George Bush heeft gezegd dat alle Syrische troepen voor de verkiezingen weg moeten zijn uit Libanon.
Larsen voerde onlangs besprekingen in de regio over de tenuitvoerlegging van resolutie 1559 van de Veiligheidsraad, die de terugtrekking van Syrië uit Libanon verlangt.
Intussen heeft Syrië donderdag de eerste fase van zijn terugtrekking uit Libanon „ruwweg voltooid.” Syrië heeft zeker 4000 man teruggehaald en de overigen, naar schatting 8000 tot 10.000 man, in de Oost-Libanese Bekaavallei geconcentreerd.
De Syrische troepen en inlichtingendiensten hebben zich nu teruggetrokken uit het noorden van Libanon en de hoofdstad Beiroet. Ook posities die het leger tot voor kort bezette in de bergen rondom Beiroet zijn inmiddels verlaten, zo verzekerden de Libanese autoriteiten.
Syrië begon de terugtrekking op 8 maart nadat het land onder internationale druk was komen te staan om de posities in het buurland op te geven. De anti- Syrische betogingen in Libanon van vooral christelijke Libanezen speelden een belangrijke rol in de campagne om Syrië na 28 jaar aanwezigheid ertoe te bewegen de troepen en de veiligheidsdiensten uit Libanon weg te halen.
Aanleiding voor de betogingen was de moord op de populaire ex-premier Rafiq Hariri. Hij werd op 14 februari door een krachtige bom gedood in het centrum van Beiroet. Betogers gingen woedend de straat op omdat ze de hand van Damascus zagen in de moordaanslag. Bewijzen daarvoor zijn evenwel niet gevonden.
De Libanese politiek is volgens waarnemers al flink op temperatuur voor een krachtmeting tijdens de stembusstrijd in mei. De pro-Syrische president Emile Lahoud staat onder druk om zo snel mogelijk het veld te ruimen. Met name de druzenleider Walid Joumblatt heeft zich, na decennia trouw bondgenoot van Damascus te zijn geweest, recent opgeworpen als de spreekbuis van de anti-Syrische Libanezen. Daartoe rekenen de meeste christelijke maronieten en veel soennieten zich.
Joumblatt zei donderdag dat de Syrische president Assad zijn collega Lahoud moet afzetten ten einde de Syrisch-Libanese relaties te helen en de politiestaat te ontmantelen. Die staat heeft Lahoud samen met de Syriërs gevestigd.
De anti-Syrische oppositie eist ook het aftreden van de procureur-generaal en zes topfiguren van de Libanese inlichtingendienst. Die zouden door hun nalatigheid verantwoordelijkheid dragen voor de dood van Hariri.
De chef van de inlichtingendienst, generaal Jamil Sayyed, was donderdag razend over de aantijgingen. Hij zei dat hij rechterlijke stappen neemt om zijn naam en die van zijn dienst te zuiveren.