Uit de peiling blijkt dat 61,5 procent van de ondervraagden gelooft dat het de goede kant opgaat. Bijna een kwart is van mening dat het in de toekomst slechter zal worden. Sinds het begin van de peilingen in mei vorig jaar was het verschil tussen de optimisten en pessimisten nog niet zo groot.

Irakezen storen zich vooral aan de elektriciteitscrisis. In het land valt de stroom zeer vaak uit. Andere zaken waar ze een oplossing voor willen zien zijn de werkloosheid en de slechte gezondheidszorg. Pas na deze punten noemen ze de veiligheid en de aanwezigheid van buitenlandse troepen.

Van de ondervraagden meent 48 procent dat religie „een speciale rol" moet spelen in de regering terwijl 44,3 procent zegt dat staat en religie gescheiden moeten blijven. Wel vindt bijna de helft de invloed van religieuze leiders bij het opstellen van een nieuwe grondwet het belangrijkst.

De nieuwe constitutie moet vooral de moslimidentiteit van het land bewaren, aldus 22,3 procent. Op de tweede plaats staat het beschermen van de mensenrechten. Slechts 4,4 procent noemt het naar de letter uitvoeren van de islamitische wet als voornaamste kenmerk van de toekomstige grondwet.

De organisatie interviewde voor de enquête 2200 mensen in vijftien van de achttien provincies. In de Koerdische provincie Dohuk en de vooral door soennieten bewoonde provincies Nineveh en Anbar kon de bevolking niet worden ondervraagd wegens de slechte veiligheidssitiuatie.

In januari kozen de Irakezen een nieuwe tijdelijke parlement, de Nationale Assemblee. Deze instelling moet een nieuwe president benoemen die weer een premier voordraagt. De sjiitische Verenigde Iraakse Alliantie (VIA) is met 146 van de 275 zetels het sterkst vertegenwoordigd in het parlement.