Veiligheidssituatie in Israël nog steeds droevig
In de Jeruzalemse wijk French Hill klonk zondag het geratel van een automatisch geweer. Enkele minuten later waren de sirenes te horen van politieauto’s en ambulances die naar een kruispunt snelden. Overal op straat lagen en zaten gewonden.
Het ambulancepersoneel gaf eerste hulp. Sommigen ongedeerden zaten voor zich uit te staren, bij anderen stroomden de tranen over de wangen. Velen belden met hun mobiele telefoons om hun familieleden te vertellen dat ze de aanslag hadden overleefd. De doodgeschoten terrorist lag naast de bus die hij even tevoren met zijn M-16-geweer had doorzeefd. Het ambulancepersoneel drong er bij de betrokkenen op aan mee te gaan naar het ziekenhuis, ook al hadden ze alleen maar een psychische klap opgelopen.
Dat de aanslag juist op deze kruising plaatsvond was geen toeval. Het is een druk verkeersknooppunt, dat ligt in het grensgebied tussen Arabische en Joodse wijken. De Arabische wijken bieden een terrorist kans deze plek relatief gemakkelijk te benaderen, een aanslag op Joden te plegen en –als hij het zelf overleeft– te ontsnappen. Dat de kans groot is dat er ook Palestijnen het slachtoffer worden, deert de terroristen niet. De buschauffeur bijvoorbeeld, die gewond raakte, was zelf een Palestijnse Arabier.
Op dit kruispunt en op aanverwante wegen hebben zich vele aanslagen voorgedaan. In 1997 reed een Amerikaanse Arabier met zijn auto in op een wachtende menigte bij een bushalte. In maart dit jaar blies een Palestijnse kamikazeterrorist zichzelf op toen een stadsbus passeerde. Op de wegen die naar het kruispunt leiden hebben Palestijnse terroristen verschillende auto’s doorzeefd, waaronder die van een Grieks-orthodoxe abt van een klooster in de Judese woestijn, de priester Georgios Tsibukakis.
Veiligheidsmaatregelen
De autoriteiten hebben vanwege de grote kans op terreuraanslagen op en rond dit kruispunt speciale veiligheidsmaatregelen genomen. Een videosysteem zorgt ervoor dat de politie de bewegingen van iedereen kan zien. Dag en nacht staan er soldaten op deze plek. Het was dankzij hun aanwezigheid dat afgelopen zondag erger kon worden voorkomen.
Toen het schieten begon, staken zij onmiddellijk de straat over in de richting van de bus. De mannelijke soldaat naderde de terrorist via de achterzijde van het voertuig om de terrorist met zijn eigen wapen te –zoals hij zei– „neutraliseren.” De vrouwelijke soldaat riep tegen de passagiers dat zij op de grond moesten gaan liggen. Het aantal slachtoffers had aanzienlijk groter kunnen zijn als zij niet onmiddellijk hadden ingegrepen. Nu vonden twee scholieren –een meisje van 16 en een jongen van 14– de dood. Voor Jeruzalemmers was de aanslag een nieuwe herinnering dat ook na acht maanden na het aantreden van de regering van Likud-leider Ariel Sharon het met de veiligheidssituatie droevig is gesteld.
Ook andere ontwikkelingen in de afgelopen weken laten zien dat Israëliërs en Palestijnen langzaam maar zeker dieper wegzakken in het moeras van geweld en tegengeweld. De moord op minister Rechavam Ze’evi van Toerisme vorige maand en de Israëlische herbezetting van Palestijnse steden die daarop volgde, waren duidelijke tekenen van een escalatie.
Nieuwe aanslagen
Ook de afgelopen dagen hield Israël rekening met de mogelijkheid van nieuwe aanslagen. De meest opzienbarende is dat de algemene veiligheidsdienst het gezin van de minister zonder portefeuille, Danny Naveh, de opdracht gaf onmiddellijk zijn huis te verlaten. De veiligheidsdienst ontdekte dat er een aanslag tegen hem wordt beraamd. Naveh woont binnen de grenzen van Israël van voor 1967, maar bij hem in de buurt wonen veel Arabieren. Ook rondom defensieminister Binyamin Ben-Eliezer zijn speciale veiligheidsmaatregelen genomen.
Het leger houdt ook rekening met nieuwe aanslagen op Israëlische burgers. Dit is ook de reden dat de terugtrekking van de troepen uit twee steden op de Westoever, Jenin en Tulkarm, is uitgesteld. De politie heeft extra controleposten opgericht in het noorden en in het centrum van het land. Ook in de normaal gesproken rustige Negevwoestijn heerste deze week een hoge staat van paraatheid, nadat een Israëliër drie Palestijnen uit de Gazastrook had meegesmokkeld. De veiligheidsdienst sluit overigens niet uit dat zij slechts werk zochten.
Stoppen
In een rapport van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken dat deze week uitlekte naar het dagblad Ma’ariv, valt te lezen dat hooggeplaatste Palestijnse functionarissen willen stoppen met het geweld. Zij zouden terug willen keren naar de vredesonderhandelingen met Israël. Tot de ontevredenen zouden het hoofd van de preventieve veiligheidsdienst in Gaza, Mohammed Dahlan, de voorzitter van het Palestijnse parlement, Ahmed Qurei, en de vice-voorzitter van de Palestijnse Autoriteit, Abu Mazen, behoren. Volgens het rapport willen de Palestijnen met het geweld stoppen omdat dit nergens toe leidt.
Maar er zijn ook berichten dat Arafat de al-Aqsa-intifada niet af wil blazen zolang er geen fundamentele concessies zijn gedaan door Israël. Als de Palestijnse voorman nu met de militaire acties zou stoppen, zonder diplomatieke winst, zouden meer dan 700 Palestijnen voor niets omgekomen zijn. Bovendien hebben de Hamas, de Islamitische Jihad en de diverse groepen van gewapende Fatah-leden laten weten dat zij doorgaan met de strijd zolang de bezetting voortduurt.