Kerk in Ambon in brand gestoken
Moslims hebben donderdag in de Molukse hoofdstad Ambon een kerk in brand gestoken om te protesteren tegen het hijsen van separatistische vlaggen ter herdenking van de 52 jaar geleden uitgeroepen onafhankelijkheid van de Molukken, die snel door Jakarta werd neergeslagen.
Het Molukse Soevereiniteitsfront, een organisatie gelieerd aan de overwegend christelijke RMS, had eerder op de dag ondanks een verbod in de stad een dozijn onafhankelijkheidsvlaggen opgehangen. Zeven vlaggen werden kort na zonsopgang aan ballonnen opgelaten, aldus ooggetuigen.Ondanks een vredesakkoord tussen christenen en moslims in februari blijft de situatie op Ambon gespannen. Met het akkoord kwam een einde aan drie jaar sektarisch geweld waarbij meer dan 9.000 mensen omkwamen en tienduizenden werden verdreven. Een groot deel van Ambon is verwoest.
Bij de bestorming van een christelijke wijk in het centrum van de stad door zo’n 1000 moslims raakten vier mensen gewond toen agenten en militairen het vuur openden, zo verklaarden getuigen. De geagiteerde menigte slaagde er toch in de gedeeltelijk herbouwde protestante Silokerk in brand te steken.
De RMS is in Indonesië verboden omdat de organisatie streeft naar onafhankelijkheid van het zuiden van de Molukse archipel en een referendum eist over zelfbeschikking. Alhoewel moslims in Indonesië de overgrote meerderheid van de bevolking vormen, zijn er onder de 2 miljoen Molukkers evenveel christenen als moslims.
Volgens moslims op de Molukken, die deels vanaf Java en andere eilanden zijn gekomen, is de RMS de speerpunt van de christelijke pogingen om de eilanden los te weken van het 2.600 kilometer westelijker gelegen Jakarta. Analisten menen dat de RMS en het Soevereiniteitsfront, waarvan vorige week twee leiders werden gearresteerd, niet veel aanhang hebben in vergelijking met de onafhankelijkheidsbewegingen in Atjeh en Papoea.