Bolletjesslikkers naar Europese Hof
Een Amsterdamse advocaat heeft namens zes gearresteerde bolletjesslikkers bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg een klacht ingediend tegen de Staat der Nederlanden. De cocaïnesmokkelaars hebben de advocaat in de arm genomen omdat ze hun behandeling onmenselijk en vernederend vinden.
De klacht betreft de noodwet van minister Korthals van Justitie. In de wet staat dat cocaïnesmokkelaars groepsgewijs mogen worden vastgezet en slechts recht hebben op minimale voorzieningen. Ook is het volgens de noodwet toegestaan om verdachten en veroordeelden in dezelfde units te plaatsten.
Advocaat B. Th. Nooitgedagt spreekt van een erbarmelijke situatie in de detentiecentra in onder meer Amsterdam en Roermond, waar bolletjesslikkers vastzitten. De cocaïnesmokkelaars ondergaan daar een vernederende en onmenselijke behandeling, zegt hij.
De raadsman beweert ook dat er sprake is van een ontoelaatbare vorm van discriminatie. Hij baseert die stelling op het feit dat in de speciale detentiecentra uitsluitend bolletjesslikkers vastzitten en geen andere verdachten.
Nooitgedagt zegt bovendien dat de rechtbank in Haarlem en het gerechtshof in Amsterdam ten onrechte besluiten om bolletjesslikkers vast te houden, omdat onvoldoende is aangetoond dat zij de openbare orde zouden verstoren. Als dat risico niet aanwezig is, moeten de verdachten op vrije voeten worden gesteld, vindt de advocaat.
Nooitgedagt vindt tevens dat de voorlopige hechtenis van bolletjesslikkers niet uitsluitend mag zijn gebaseerd op de aard van het feit waarvan de gedetineerden worden verdacht. Hij benadrukt ten slotte dat iedereen onschuldig is tenzij via het recht het tegendeel is bewezen.
Een woordvoerder van het ministerie van Justitie spreekt tegen dat er sprake is van onmenselijke behandeling van de gedetineerde drugskoeriers. „Deze opvang is gebaseerd op een noodwet die door de Eerste en Tweede Kamer is goedgekeurd. Ook is de wet getoetst aan internationale rechtsverdragen en voldoet zij hieraan”, aldus de woordvoerder. Het ministerie wacht de uitkomst dan ook met vertrouwen af.
De Antilliaanse luchtvaartmaatschappij Dutch Caribbean Airlines (DCA) gaat per 1 mei ook preventieve controles uitvoeren op passagiers op de vluchten tussen Willemstad en Amsterdam. Dit is de uitkomst van besprekingen van DCA met de Antilliaanse minister Martha (Justitie).
DCA verzorgt in samenwerking met Sobelair dagelijkse vluchten op Amsterdam. De maatregel moet de drugssmokkel naar Nederland beperken.
KLM begon een week geleden met deze zogenoemde pre-flight-controle. Voor vertrek loopt de douanerecherche de passagierslijst door en kijkt of er verdachte mensen op voorkomen. Mensen die bijvoorbeeld al eens veroordeeld zijn voor drugssmokkel kunnen worden geweigerd door de luchtvaartmaatschappij. De pre-flight-controle is een van de maatregelen van minister Korthals (Justitie) om de drugssmokkel via luchthaven Schiphol aan te pakken.
DCA-directeur Evertsz heeft wel een aantal voorwaarden gesteld aan de controles. Het tegenhouden van bolletjesslikkers mag er niet toe leiden dat het toestel halfleeg naar Amsterdam moet vliegen. „Dit houdt in dat de screening van de passagiers niet op het laatste moment kan plaatsvinden, zoals nu bij de KLM wel gebeurt. Wij geloven niet in de oplossing van de KLM om de vluchten flink te overboeken, om te voorkomen dat men met lege stoelen vliegt”, aldus Evertsz.
Door de strenge screening valt elke vlucht een aantal passagiers af en daarnaast blijkt dat een groot aantal passagiers niet eens komt opdagen voor de geboekte vlucht. Om aan Evertsz’ wens tegemoet te komen is afgesproken dat de controles langer van tevoren worden gedaan, bevestigt minister Martha van Justitie. Meer details van de overeenkomst wil hij pas kwijt als het akkoord door beide partijen is ondertekend. Dat gebeurt naar verwachting nog deze week.
Volgens Evertsz moet DCA wel meedoen aan de controles, omdat anders te verwachten is dat de passagiers die door KLM zijn geweigerd, als alternatief kiezen voor DCA. Hij vindt het wel vreemd dat niet eerder is geprobeerd met DCA tot afspraken te komen. Hij meent dat het vanuit Nederland bezien weinig zin heeft om de passagiers van KLM wel en die van DCA niet te controleren.