Kunnen boeren straks nog aardappelen telen in de buurt van een beschermd natuurgebied? Of moeten ze daarvoor een vergunning aanvragen en ligt een ‘stikstofcrisis 2.0’ op de loer? Brancheorganisatie LTO Nederland is er niet gerust op.
Aanleiding voor de zorg is een uitspraak vorige week van de rechtbank Noord-Nederland. Die bepaalde dat de provincie Friesland er te gemakkelijk vanuit is gegaan dat voor de teelt van lelies in de buurt van Natura 2000-gebied Drents-Friese Wold geen natuurvergunning nodig is.
Friesland moet nu een nieuw besluit nemen, of tegen de uitspraak in beroep gaan bij de Raad van State. Wat de provincie gaat doen, kon een woordvoerder dinsdag nog niet zeggen.
Actiegroep
De zaak is drie jaar geleden aangespannen door de actiegroep Meten=Weten. Die wilde dat Friesland ging handhaven bij een lelieteler in Boijl (gemeente Weststellingwerf). Volgens de actiegroep is niet uitgesloten dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de lelieteelt negatief uitpakt voor de nabijgelegen natuur.
De rechter gaat daarin mee. De provincie had vooraf moeten toetsen wat de risico’s zijn. Weliswaar werd achteraf in grondmonsters uit het natuurgebied geen gif aangetroffen, maar dat ontslaat de provincie volgens de rechtbank niet van haar verplichting.
De provincie kan zich ook niet verschuilen achter de wettelijke toelating van de middelen die de teler over zijn lelies spuit. Die toelating vindt plaats door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Maar volgens de rechter is dat geen reden om te besluiten dat voor de lelieteelt in dit geval geen natuurvergunning nodig is.
Ook het laatste argument van de provincie, dat de bewuste landbouwgrond al een agrarische bestemming had voordat het Drents-Friese Wold een beschermde status kreeg, werd door de rechter van tafel geveegd.
Vluchtige middelen
Ecoloog Henk Baptist van Meten=Weten stelt dat door de uitspraak van de rechtbank het gebruik van vluchtige bestrijdingsmiddelen (middelen die door de wind verspreid kunnen worden, TR) in heel Nederland in feite illegaal is geworden. Volgens hem is namelijk niet met wetenschappelijke zekerheid uit te sluiten dat die middelen geen negatief effect hebben op beschermde natuur.
De uitspraak van de rechter heeft volgens Baptist dezelfde juridische basis als de stikstofcrisis, namelijk de Europese Habitatrichtlijn. In 2019 stelde de hoogste bestuursrechter in Nederland, de Raad van State, de toenmalige stikstofwetgeving buiten werking omdat die botste met de Europese regels.
Ron Mulders is portefeuillehouder Gezonde Planten bij boeren- en tuindersorganisatie LTO Nederland. Hij vreest dat de uitspraak gevolgen kan hebben voor andere telers die zonder natuurvergunning bepaalde bestrijdingsmiddelen gebruiken. Dan gaat het niet alleen over bolgewassen zoals lelies, maar ook over voedselgewassen zoals aardappelen.
Kwaliteit
Boeren willen volgens Mulders best minder middelen gebruiken en doen daar ook hun best voor, maar helemaal zonder lukt niet. „Consumenten zijn gewend aan producten van een perfecte kwaliteit, zonder plekjes en vlekjes, en die mogen ook nog eens niet te duur zijn. Daar is ons productiesysteem op ingericht. Als je dat wilt veranderen, kun je de verantwoordelijkheid daarvoor niet alleen bij de boer neerleggen.”
Dat steeds minder middelen een toelating krijgen van het Ctgb, maakt het volgens LTO al moeilijk om gewassen gezond te houden. Als boeren onder druk van de rechter voor allerlei teelten ook nog vergunningen moeten aanvragen, „wordt het nog ingewikkelder”, stelt Mulders.
De LTO-specialist sluit niet uit dat activisten met de uitspraak van de rechtbank in Leeuwarden in de hand elders in het land nieuwe zaken gaan aanspannen. „Ik moet er niet aan denken dat provincies daar verschillend mee omgaan. Dan krijg je willekeur.”