Arrestatie in Noord-Ierse moordzaak
Een van de verdachten van de moord op de Noord-Ierse rooms-katholiek Robert McCartney, die eind januari in Belfast door vermoedelijke leden van het Ierse Republikeinse Leger (IRA) werd doodgestoken, heeft zich vrijwillig bij de politie gemeld.
De man, die vergezeld van zijn advocaat op een politiebureau in de Noord-Ierse hoofdstad verscheen, werd ter plaatse gearresteerd.
De Noord-Ierse justitie heeft nog steeds niemand aangeklaagd in verband met de moord op McCartney. De politie heeft alle tien verdachten die ze de afgelopen maand heeft gearresteerd weer moeten laten gaan omdat ze weigeren een verklaring af te leggen.
Dinsdag werd bekend dat de IRA de familie van McCartney heeft aangeboden zijn moordenaars te executeren. Het aanbod werd afgeslagen door de familie, die een zeldzaam felle campagne voert waarin zij de IRA beschuldigt van intimidatie van getuigen van de moord op de 33-jarige man. Britse en Ierse bewindslieden reageerden woensdag met ongeloof en woede op het voorstel van de IRA, die het gezag van de Britse politie in Noord-Ierland weigert te erkennen.
De Noord-Ierse politiecommandant Hugh Orde zei dat hij geen hulp van de IRA nodig heeft om de moord op McCartney op te lossen, maar van getuigen die hij kan gebruiken in een rechtszaak tegen de moordenaars. „Zo werkt dat in een rechtsstaat”, zei Orde.