Vina (22) na bomaanslag op kerk: „Nu mag ik getuigen hoe Hij mij kracht gaf”
Vina (22) uit Indonesië bad tot God of ze een zegen mocht zijn voor anderen. Niets had haar kunnen voorbereiden op wat toen volgde: ze raakte zwaargewond bij een bomaanslag op haar kerk. „Nu mag ik getuigen hoe Hij mij kracht gaf.”
„God, help me om de pijn te verdragen”, bidt Vina op het moment dat de bom afgaat. Drie jaar later vullen nog altijd de tranen haar ogen als ze terugdenkt aan de dag toen twee islamitische zelfmoordterroristen zich opbliezen voor de ingang van ‘haar’ kerk in Makassar, op het Indonesische eiland Sulawesi. De pijn is tijdens het gesprek voelbaar – en minstens zo zichtbaar. Onder meer haar armen zijn grotendeels bedekt met roze en bruine vlekken.
Vina bevindt zich op slechts anderhalve meter van de aanslagplegers als die hun explosieven tot ontploffing brengen, vertelt ze. „Ik voelde een verschrikkelijk brandend gevoel over heel mijn lichaam, alsof er kokend water over mij heen werd gegoten. Mijn benen bloedden en mijn haar was verbrand. Mijn shirt was door de kracht van de explosie van mijn lijf gerukt, dus ik hield mijn armen voor mijn borst.”
„Het voelde alsof er kokend water over mij heen werd gegoten” - Vina, slachtoffer bomaanslag
Operatiekamer
In eerste instantie denkt Vina dat een elektriciteitspaal is ontploft, zegt ze op het kantoor van Open Doors, een organisatie die zich inzet voor vervolgde christenen. Zaterdag deelt de rooms-katholieke twintiger haar verhaal op de jaarlijkse Open Doorsdag. „Maar toen ik mijn ogen opende, zag ik overal lichaamsdelen liggen en wist ik gelijk dat het om een bom ging.”
De menselijke overblijfselen zijn van de terroristen. Het tweetal probeert in maart 2021 de Kathedraal van het Heilig Hart van Jezus binnen te dringen. Een alerte medewerker van de kerk weet dat te voorkomen, waardoor de bom bij de uitgang afgaat, juist als Vina en andere kerkgangers het gebouw verlaten. Minstens twintig kerkgangers raken gewond, onder wie Vina en twee van haar vriendinnen.
Vina is er het ergst aan toe en wordt in allerijl naar het ziekenhuis gebracht, waar ze zonder vertraging de operatiekamer wordt binnengereden. „In mijn borst zat een metalen scherf van zo’n vijf centimeter en in mijn bovenbeen een van drie centimeter”, wijst ze aan. De Indonesische ligt acht dagen op de intensive care en wordt vervolgens nog een maand verpleegd in het ziekenhuis.
Ze gaat in die tijd vijf keer onder het mes. Met name haar gezicht en armen zijn bedekt met ernstige brandwonden. „De operaties hadden meestal betrekking op mijn gezicht en de arts adviseerde me om mijn hoofd kaal te scheren, anders zou het een infectie in mijn gezicht kunnen veroorzaken.”
De twintiger pakt haar telefoon en laat een foto zien. Daar ligt ze in een ziekenhuisbed met gemillimeterd haar, met bruine en roze vlekken van de brandwonden op haar gezicht en schedel. Tranen springen Vina opnieuw in de ogen als ze terugdenkt aan die momenten. Uit haar tas pakt ze een witte tissue, waarmee ze haar ogen dept. „Het zag er destijds verschrikkelijk uit. Ik voelde mij als een vreemde.”
„Elke keer als ik door de poort van de kerk ga, komt de aanslag weer in mijn gedachten” - Vina, slachtoffer bomaanslag
Bemoedigen
De eerstvolgende zondag nadat ze ontslagen is uit het ziekenhuis, is ze alweer in haar kerk in Makassar. „Mijn twee vriendinnen bezoeken vanwege de aanslag een andere kerk. Maar voor mij voelt het juist vreemd om daar niet naartoe te gaan.” Nog elke zondag wordt ze herinnerd aan dat verschrikkelijke moment van destijds. „Elke keer als ik door de poort ga, komt de aanslag weer in mijn gedachten.”
Hoewel de herinnering haar nog altijd emotioneert, heeft ze geen trauma opgelopen, zegt Vina, inmiddels werkzaam als verpleegkundige. „Het herinnert me er juist aan waar ik allemaal doorheen ben gegaan en hoe God me de afgelopen drie jaar heeft genezen. Ondanks de hevige pijnen heb ik mijn studie kunnen afronden. Als mensen nu vragen hoe het met mij gaat, krijg ik de kans om te delen hoe ik van Hem kracht heb gekregen om hier doorheen te komen.”
Het herinnert haar aan een gebed dat ze deed, vlak voor de aanslag. „Ik vroeg God of ik voor anderen tot zegen mocht zijn. Hij heeft mijn gebed verhoord, maar op een totaal andere manier dan ik ooit had kunnen denken. Nu mag ik met mijn verhaal anderen bemoedigen die zich in moeilijke omstandigheden bevinden. Bij God zijn alle dingen mogelijk.”