De EU-landen hebben te lang gewacht met het veroordelen van de Israëlische aanval op de VN-vredesmissie UNIFIL in Libanon. Dat heeft de EU-buitenlandchef Josep Borrell gezegd bij binnenkomst voor een vergadering met EU-ministers van Buitenlandse Zaken.
Zondag meldde de VN-vredesmacht in Libanon dat twee Israëlische tanks met geweld een basis in Zuid-Libanon waren binnengedrongen. Door rook van explosies raakten vijftien VN-blauwhelmen gewond.
In de dagen ervoor waren al vijf blauwhelmen in Zuid-Libanon gewond geraakt. Daarop hadden zaterdag tientallen landen die deelnemen aan UNIFIL op initiatief van Poolse diplomaten bij de Verenigde Naties een verklaring afgegeven die de aanvallen op UNIFIL veroordeelt. Nederland en andere EU-landen hebben die verklaring medeondertekend, maar een verklaring van de EU als geheel kwam er niet.
Naar verluidt maakte vooral het sterk Israël-gezinde Tsjechië bezwaren over de precieze formulering van een EU-verklaring. De EU-chef heeft zondagavond laat namens de EU-landen alsnog een verklaring uitgestuurd dat „dergelijke aanvallen op VN-vredesmilitairen een zware inbreuk zijn op het internationale recht en totaal onacceptabel”.
Aan UNIFIL doen zestien EU-landen mee, waaronder Nederland. De EU-landen binnen de ongeveer 10.000 man sterke VN-macht staan onder leiding van Italië, Frankrijk en Spanje.
Israël wil dat UNIFIL zich terugtrekt uit de zuidelijke grensstreek met Israël.