Brekelmans zegt tegen het ANP dat het gaat om „de meest geavanceerde drones”, en niet om de kleinere die massaal worden ingezet. De onbemande toestellen die Nederland en Oekraïne gaan ontwikkelen zijn bedoeld voor verkenningen, maar ook voor aanvallen. Het gaat om zowel vliegende als varende drones.

Volgens de defensieminister is er grote vraag naar, omdat ze een belangrijk onderdeel vormen in de luchtafweer van Oekraïne. Ook offensief zijn ze waardevol. Oekraïne hoopt er doelen in Rusland mee aan te kunnen vallen.

Brekelmans denkt niet dat Nederland nu in het bijzonder een doelwit vormt voor bijvoorbeeld Russische hackers. „Ook andere landen zijn met dit soort drones bezig”, legt hij uit.

Het ministerie meldt dat er mogelijk extra geld beschikbaar is, mocht het programma effectief blijken. Sinds de laatste update die Brekelmans afgelopen juni gaf aan de Tweede Kamer, is er 700 miljoen euro extra uitgegeven aan militaire steun voor Oekraïne. In totaal is er ruim 10,4 miljard euro beschikbaar gemaakt, waarvan bijna 3,8 miljard ook daadwerkelijk is geleverd.