,,Vanaf 2008 geen werk meer voor Palestijnen in Israël”
Vanaf 2008 wil Israël geen Palestijnse arbeiders meer op zijn grondgebied laten werken. Dat heeft legerchef Moshe Yaalon dinsdag gezegd.
‘Dit komt door wat hier in de afgelopen vierenhalf jaar is gebeurd’, zei Yaalon, doelend op het geweld tussen Israëliërs en Palestijnen.
Israël zal de vrije doorgang van goederen van en naar de Westoever en de Gazastrook niet belemmeren, liet een ingewijde zegsman weten.
Voor de Palestijnse opstand werkten ongeveer 150.000 Palestijnen in Israël. Hun verdiensten vormden de kurk waar de Palestijnse economie op dreef. Om veiligheidsredenen heeft Israël het aantal werkvergunningen voor Palestijnen drastisch omlaag gebracht en buitenlandse arbeiders aangetrokken om hen te vervangen.
Yoram Gabbay, een Israëlische econoom die in de jaren ’90 betrokken was bij Israëlisch–Palestijnse vredesbesprekingen, zei dat buitensluiting van Palestijnse arbeiders voor alle partijen een slechte zaak is. Er werken nog altijd 60.000 tot 70.000 Palestijnen al dan niet legaal in Israël en de Palestijnse economie is nog sterk van hen afhankelijk. Als de armoede onder Palestijnse gezinnen toeneemt, staat de radicale islamitische beweging Hamas klaar om hen te steunen, en dat is ongunstig voor Israël. ‘Het is beter dat de Palestijnse economie afhankelijk is van UNRWA (een hulporganisatie van de VN-red.) de Palestijnse Autoriteit en ons, dan van de Hamas.’ Volgens Gabbay heeft het binnenlaten van Palestijnse arbeiders in de jaren ’90 zelden tot terreuraanslagen geleid. ‘Dus ik zie niet waarom we het moeten verbieden.’