Binnenland

Controle op missie kan ook achteraf

Terwijl tientallen commando’s en mariniers hun plunjebaal inpakken om naar Afghanistan te gaan, debatteert de Kamer dinsdagavond met de regering over de vraag of het kabinet instemming van het parlement nodig heeft voor hun geheime missie. De Kamer wil graag meebeslissen. Niet nodig, volgens de Grondwet.

Kees de Groot
8 March 2005 11:00Gewijzigd op 14 November 2020 02:18

Waar de Tweede Kamer zich bij grote infrastructurele projecten wil gaan bemoeien met de selectie en agendering ervan, probeert het parlement ook bij de landsverdediging steeds verder op de stoel van de regering te kruipen. Met name de oppositiepartijen PvdA en SP vinden dat niet alleen het kabinet, maar ook de Kamer moet beslissen over de uitzending van commando’s en mariniers naar Afghanistan.

Volgens de regering is deelname aan de zogeheten Operatie Enduring Freedom een rechtstreeks gevolg van de bijstand die Nederland op basis van artikel 5 van het NAVO-verdrag moet verlenen aan bondgenoot Amerika, die op 11 september 2001 werd aangevallen door terroristen. Een aanval op één is volgens dat verdrag immers een aanval op allen.

Indirect is Nederland dus ook aangevallen. De regering moet maatregelen nemen ter zelfverdediging. Artikel 97 van de Grondwet bepaalt dat in dat geval militairen kunnen worden ingezet zonder voorafgaande parlementaire goedkeuring. Die is krachtens artikel 100 van de Grondwet wel vereist bij andere uitzendingen, zoals vredesmissies.

Het kabinet hoeft dus niet met de Kamer om de tafel te gaan zitten om toestemming te vragen voor de inzet van de speciale eenheden in Afghanistan. Een openbaar debat over alle ins en outs zou zelfs schadelijk kunnen zijn. Strikte geheimhouding van details van de missie is uit veiligheidsoverwegingen vereist. Het kabinet vindt het al heel wat dat het in september 2001 met de Kamer heeft gedebatteerd over inzet van de krijgsmacht in de strijd tegen het terrorisme.

„Bot en Kamp zeggen dat er nu geen nieuwe parlementaire toestemming nodig is”, citeert PvdA-leider Bos het kabinet in zijn elektronische nieuwsbrief. „Een gevaarlijke redenering”, vindt hij. „Alsof we na één debat in 2001 nooit meer gekend hoeven worden in beslissingen om mannen en vrouwen naar Afghanistan te sturen. Wij willen een ordentelijk parlementair debat en besluit afdwingen.”

Tot op zekere hoogte is het kabinet de Kamer hierin al tegemoetgekomen. Minister Kamp van Defensie wil best met de Kamer in gesprek over de missie. De kamerleden worden bovendien vooraf vertrouwelijk geïnformeerd over de missie en over de afspraken die met de Amerikanen zijn gemaakt. De beslissingsbevoegdheid blijft echter bij het kabinet, stelde premier Balkenende. „De Tweede Kamer kan dit besluit niet tegenhouden. Het is een eigen verantwoordelijkheid van het kabinet.”

Dat de Kamer wil meepraten over de missie is zijn goed recht. Een van de hoofdtaken van het parlement is immers het controleren van de regering. De volksvertegenwoordiging hoeft zich ook bij de landsverdediging niet buitenspel te laten zetten. Door regeringen de vrije hand te geven, zou de deur naar geheime oorlogen kunnen worden opengezet.

Meepraten is echter nog geen meebeslissen. Met de eis om vooraf mee te beslissen over de uitzending van de elitetroepen naar Afghanistan houdt de Kamer zich niet aan artikel 97 van de Grondwet. In geval van oorlog is het immers vaak praktisch ondoenlijk om de Kamer te vragen of bepaalde militaire operaties wel of niet mogen. Ook in de strijd tegen het terrorisme kan het kabinet, zeker als het gaat om een geheime missie, vaak vooraf geen volledige openheid van zaken geven. En dus kan de Kamer ook geen goed afgewogen beslissing nemen.

Voor fracties die ook bij landsverdediging een optimale controle van het kabinet willen, is er nog een andere mogelijkheid: controle achteraf. Naar analogie van de gang van zaken na de Tweede Wereldoorlog zou de Kamer na afloop met de regering kunnen debatteren over de Afghanistan-missie. Die mogelijkheid werd al in 2000, dus voordat de oorlog tegen het terrorisme begon, in een brief aan de Kamer vastgelegd door toenmalig defensieminister De Grave.

Ongetwijfeld zal het kabinet PvdA-leider Bos dinsdagavond deze mogelijkheid onder ogen brengen. Controle achteraf is een prima oplossing voor het dilemma dat het parlement behoort te controleren, maar in zaken van oorlog en vrede soms tijdelijk het kabinet de vrije hand moet geven. Met die werkwijze voldoet de regering immers ook bij geheime missies aan haar verantwoordingsplicht en informatieplicht aan de Kamer.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer