Waarom onze auto’s veel minder kleurrijk zijn dan vroeger
De auto’s waar we in rijden hebben nauwelijks nog kleur op de wangen. Ze zijn bijvoorbeeld ‘’satin silver’’ of ‘’charcoal’’ (nóóit Bijlmerbetongrijs). Vanwaar die vergrijzing?
Een personenauto is ook niet meer wat die geweest is. Onze heilige koeien zijn niet alleen groter en zwaarder geworden, en elektrisch. Ze verliezen ook hun kleur. Een snelweg in de jaren zeventig en tachtig oogde als een rijdende regenboog. Een blik op het blik uit die jaren - bijvoorbeeld op een parkeerplaats - gaf een vrolijke en kleurrijke indruk. Maar zie nu eens wat er over het asfalt raast: het zijn witte, grijze, zwarte, grauwe slierten.
Harde cijfers van verf, lak en coatingfabrikant BASF leveren het bewijs: nieuwe auto’s wereldwijd zijn tegenwoordig vooral wit (36 procent), zwart (21 procent) en grijs (15 procent). Volgens het Kleurenrapport Autolakken 2023 van het Duitse chemiebedrijf blijft het marktaandeel van rode, gele en groene auto’s daarentegen steken op 1 tot 4 procent.
De ontkleuring van het wagenpark voltrekt zich geleidelijk en is de laatste tijd pas goed op de weg te zien. Toch is grijs nu al achttien jaar de meest voorkomende autokleur in Nederland, meldt het CBS. In die periode zijn de oude, gekleurde auto’s langzaam maar zeker aan het einde van hun levensduur gekomen. Waardoor de kleurloze vierwielers nu ver in de meerderheid zijn.
„Ze kiezen massaal gedekte, courante, veilige en vooral nikszeggende kleuren” - Erwin Wijman, auteur
Zo grijs als asfalt
In het jaar 2000 stond grijs nog op nummer drie, na rood en blauw. „De Nederlandse personenauto is letterlijk zo grijs als het asfalt van de A2 tussen Amsterdam en Utrecht op een mistig miezerige septembermaandagochtend”, zegt schrijver Erwin Wijman. Hij is de auteur van het boek Wat je rijdt ben je zelf - Hoe automerken je voor hun karretje willen spannen, waarin hij beschrijft wat maakt dat de benedenbuurman in een Peugeot rijdt en de bovenbuurvrouw in een Toyota.
„Automobilisten zijn kameleons”, stelt Wijman. „Ze kiezen massaal gedekte, courante, veilige en vooral nikszeggende kleuren, waaraan je je geen buil kunt vallen, eenvoudigweg omdat de buren ook een grijze hebben.”
Waar in de wereld die buren wonen maakt wel ietsje uit, ontdekte BASF. Maar niet zo heel veel. In Noord-Amerika is er volgens de producent van autolakken bijvoorbeeld een groeiende voorkeur voor lichtere tinten zilver boven donkerder grijstinten. Terwijl autorijders in Europa, het Midden-Oosten en Afrika juist neigen naar donkere tinten.
Diepdonkerblauw?
Maar waar ter wereld mensen ook achter het stuur kruipen van een nieuwe automobiel, nergens overheerst het groen, geel, oranje en rood. Blauw doet het als enige ‘kleurenkleur’ nog wel goed. „Ja, heel soms zijn ze diepdonkerblauw”, schampert Wijman. „Maar dat is bijna zwart natuurlijk.”
Waarom denkt hij dat consumenten die risicoloze kleuren kiezen? „Omdat vooral Nederlandse automobilisten niet alleen kameleons zijn maar ook boekhouders. Een saaie kleur is goed voor de restwaarde van je nieuwe auto, omdat degene die jouw auto koopt ook weer een saaie kleur wil.”
Maar de grootste vergrijzers van het wagenpark zijn de leasemaatschappijen. Als je de zakelijke en de private-lease bij elkaar optelt, is nu 63 procent van het Nederlandse nieuwe wagenpark een leasewagen, becijfert ING Research. En die moeten niet te uitgesproken zijn, maar liever zakelijker, neutraler. Ook omdat die wagens na hun ‘leaseleven’ als tweedehands makkelijker zijn te slijten.
Groen is uit
Het CBS ziet de trend duidelijk terug. Begin 2022 was het personenautopark flink vergrijsd en was 34 procent van de auto’s in het grauw gestoken. De kleuren rood en groen komen steeds minder voor. Rood is gezakt van de eerste plaats in 2000 (met 22 procent rode auto’s) naar de vijfde plek in 2022 (6 procent). Het aandeel groene auto’s in Nederland liep in die periode terug van 14 procent naar 3 procent.
De hoofden ”automotive color design” van BASF proberen hun kleuren nog wel te verkopen, bijvoorbeeld door tegen hun eigen cijfers in te beweren dat het wel meevalt met de mondiale verbleking van het wagenpark. „Nu er verschillende nieuwe voertuigen op de weg komen, is het niet meer dan normaal dat er een levendiger kleurenpalet volgt”, liegt Chiharu Matsuhara, hoofd autokleurontwerp voor Azië-Pacific.
Ook wordt gerept over „intrigerende dimensies in een evoluerend kleurenlandschap”. Terwijl dat erg tegenvalt: in totaal had 86 procent van de nieuwe voertuigen die vorig jaar in Zuid-Amerika werden geassembleerd een witte, zwarte, zilveren of grijze carrosserie.
Satin Silver of Glaciersilber?
Ja, lakmerken en autofabrikanten brengen het mooi, weet Wijman. „Automerken noemen het grijs van hun modellen ook nooit grijs maar altijd iets als Satin Silver, Oxidgrau Metallic, Glaciersilber of Charcoal. Een beetje autolak heeft in de ”online car configurator” een naam die minstens zo smakelijk klinkt als een Ottolenghigerecht of Australian-truffelbonbon. Dark Micastone dus, en nooit, nee nooit Bijlmerbetongrijs of zoab.”
„Een grijze auto, eenvoudigweg omdat de buren ook een grijze hebben” - Erwin Wijman, auteur
In de showroom stelt een verkoper al lang niet meer de vraag of het een blauwe of rode wordt, constateert Wijman. „Hij vraagt nu: Wordt het de Moondust Silver of de Dark Midnight?”
Wat zegt deze vergrijzing van het wagenpark over al die mensen met een rijbewijs? Welnu, bijvoorbeeld dat ze zelf ook vergrijzen. Autobezitters zijn volgens statistiekenbureau CBS steeds ouder, de gemiddelde leeftijd is opgelopen van 46 jaar in 2000 naar 52 jaar begin 2022.
Grijs haar? Grijze auto
Het aantal personenauto’s van 65‑plussers in 2022 bedroeg 2 miljoen, een verdrievoudiging ten opzichte van 2000. Kennelijk verdwijnen de felle autokleuren met de jaren, want ouderen hebben niet alleen vaker grijs haar maar naar verhouding ook vaker een grijze auto. Begin 2022 was 39 procent van de auto’s van 65‑plussers grijs. Bij jongere automobilisten was dat 32 procent.
Kleren maken de man, zeggen ze wel eens. Maar kleuren schijnen dat ook te doen. Op de website van autodealer Van Driel uit Hoofddorp heeft het bedrijf op een rijtje gezet wat de kleur van een auto vertelt over de bestuurder. Wie voor een rode bolide gaat zit volgens het autobedrijf „vol ambitie en passie”, een blauwe vierwieler staat voor „wijsheid en rust” en wie vandaag de dag nog het lef heeft om een gele auto aan te schaffen is een „moderne hippie met humor”.
Eigenaar Rick van Driel belt meteen enthousiast op als hij de vraag van de krant krijgt voorgelegd of hij de vergrauwende trend herkent: „Nou en of. Als ik hier vanaf het balkon naar de showroom kijk dan zie ik beneden één rode auto. De rest is grijs en zwart. Maar omdat auto’s met kleurtjes schaars zijn en een lagere inkoopprijs hebben, verkoop ik ze wel graag en goed.”
Leasemaatschappij
Volgens de autodealer heeft de overdaad aan kleurloze modellen weinig te maken met trends of modieus gedoe. Ook hij zoekt de schuld bij leasebedrijven, zijn grootste klanten. Van Driel: „Ook mij geeft een zwarte of grijze auto de meeste zekerheid dat ik ze verkoop.” Dat geldt ook voor gebruikte auto’s, die vaak afkomstig zijn van leasemaatschappijen. „Nieuwe auto’s zijn te duur. De gemiddelde burger koopt een betaalbare gebruikte auto, dus ook noodgedwongen met een saaie kleur. Een nieuwe in de kleur die bij hem of haar past, is voor velen onbetaalbaar.”
De Grote Vergrijzing houdt niet op bij het mondiale wagenpark. De ontkleuring is overal naar binnen gedrongen. Wie een nieuwe tuinstoel zoekt bij de Gamma heeft de keus uit grijs, grauw, zwart of beige. Of kijk eens naar het interieur van een doorsnee horecaconcept: allemaal zwart. Zelfs het doorgaans vrolijk uitgedoste woonwarenhuis Ikea maakt het tegenwoordig niet meer zo bont. Klik maar eens op ”keukens”.
„Grauwe tinten zijn superprikkelarm, daar hoef je niks mee” - Dick Bruin, kleurenexpert
Volgens kleurenexpert Dick Bruin is de vergrauwing van het wereldwijde wagenpark dan ook slechts een afspiegeling van een bredere ontwikkeling. Bruin is auteur van verschillende boeken over kleuren en verdiepte zich onder meer in de kleurenleer van de Duitse filosoof en natuuronderzoeker Goethe en in de opvatting over kleuren van Rudolf Steiner.
Ondergaan in de massa
„Kleur is emotie, zegt Steiner, en daar hebben we op het moment eigenlijk een beetje te veel van”, constateert Bruin. „In een tijd dat de hele wereld dicht op onze huid zit, met alle informatie die op ons afkomt, zijn afstandelijke tinten die weinig van elkaar verschillen, prettig. Grauwe tinten zijn superprikkelarm. Daar hoef je niks mee. Al die keuzes ook. Even niet.”
Mensen vinden het ook fijn om mee te liften met de trends, oppert Bruin. „Ondergaan in de massa voelt veilig en diegene die wel een keuze maakt voor een opvallende kleur moet zich vervolgens regelmatig verantwoorden. Hoezo heb jij gekozen voor lichtgroen?” En wie zegt trouwens dat al die vijftig tinten grijs lelijk zijn, vraagt de kleurenexpert zich af. „Je kunt grijs en zwart natuurlijk ook gewoon heel mooi vinden.”