Minister wimpelt kritiek op wet tegen jihadganger af
Een wet die burgemeesters de kans biedt potentiële terroristen bijvoorbeeld een meldplicht op te leggen is wel degelijk nuttig, vindt justitieminister David van Weel. Hij wil de wet voorlopig houden, ook al concluderen onderzoekers dat die overbodig is.
Burgemeesters kregen de nieuwe wet in 2017 na zorgen over jihadisten die van Nederland naar Syrië zouden willen reizen om zich daar aan te sluiten bij terreurorganisatie IS. Met de zogeheten Twmbt kunnen ze terroristen (in spe) of hun helpers verplichten om zich regelmatig te melden of verbieden Nederland te verlaten. Ook kunnen ze een gebieds- of contactverbod opleggen.
Maar dat is in al die jaren maar bij negen personen gebeurd, constateren onafhankelijke onderzoekers van onderzoeksinstituut WODC, dat aan het ministerie is verbonden. De overheid heeft genoeg ander gereedschap om potentiële terroristen dwars te zitten, maken ze uit de onbruik van de Twmbt op. Als de overheid een jihadganger in het vizier heeft, wordt diens paspoort bijvoorbeeld wel ingetrokken. De enige reden dat sommige gemeenten nog prijs stellen op de wet, is omdat je „er beter mee verlegen kunt zitten dan om verlegen”, schrijven ze.
Maar dat is nu juist de reden dat de tijdelijke wet, die in 2027 weer zou moeten worden verlengd, toch moet blijven, vindt Van Weel. Wel belooft hij nog eens te kijken of elk afzonderlijk onderdeel wel zinnig is.