Harris en Trump botsen over economie
De Amerikaanse oud-president Donald Trump en vicepresident Kamala Harris botsten bij aanvang van hun debat over een belangrijk onderwerp voor veel kiezers: de economie. Trump betoogde dat het land economisch een „rampzalige” periode achter de rug heeft. „Ik had een van de beste economieën uit de geschiedenis van ons land gecreëerd en dat zal ik weer doen.”
Harris zei zich te willen inzetten voor het midden- en kleinbedrijf. Ze noemde die ondernemingen de ruggengraat van de economie en beloofde fiscale maatregelen om ze te helpen. Trump wil volgens de vicepresident juist de belastingen verlagen voor miljardairs en grote bedrijven.
Trump zei juist andere landen te willen laten betalen. „We gaan andere landen invoerheffingen opleggen. Andere landen gaan eindelijk na 75 jaar terugbetalen voor alles wat wij voor de wereld hebben gedaan”, aldus de oud-president. Hij wees vervolgens op zijn eerdere importheffingen tegen China.
De Republikein zei dat onder de huidige regering sprake was van „waarschijnlijk de ergste inflatie in de geschiedenis van ons land” en beweerde dat producten soms wel 80 procent duurder zijn geworden. Hij begon vervolgens over migratie en zei dat „miljoenen mensen uit gevangenissen en gestichten” het land binnenkomen om banen in te pikken. „Dit zijn de mensen die zij aan Biden het land hebben binnengeloodst.”
De economie wordt gezien als een van de zwakke plekken van Harris. Het is een belangrijk onderwerp voor veel kiezers en er bestaat onvrede over de inflatie en de kosten van levensonderhoud. Uit peilingen komt naar voren dat Trump op dit thema meer vertrouwen geniet dan zijn rivaal Harris. De vicepresident probeert het vertrouwen van kritische kiezers te winnen en zegt dat het omlaag brengen van prijzen voor haar als president de hoogste prioriteit zal hebben.