Omtzigt: pleidooi over geboortecijfers was geen ‘hondenfluitje’
Pieter Omtzigt werpt de suggestie verre van zich dat het pleidooi dat hij maandag hield om in discussie te gaan over de lage geboortecijfers een subtiele verwijzing was naar racistische ideeën. „Dat zal ik hierbij dan krachtig ontkrachten”, zegt de NSC-leider nadat een journalist van Nieuwsuur hem had voorgelegd dat critici het wél als zo’n ‘hondenfluitje’ hebben opgevat.
Tijdens de HJ Schoo-lezing benoemde Omtzigt maandag dat het geboortecijfer in Nederland daalt en de bevolking de laatste jaren alleen groeit dankzij migratie, terwijl in andere landen buiten Europa veel meer kinderen geboren worden. Dat heeft „geopolitieke implicaties” die „moeilijk te onderschatten zijn”, oreerde hij.
De politicus hoopte met zijn betoog een discussie op gang te brengen, maar maakte niet duidelijk waar deze precies over zou moeten gaan en hoe hij zelf tegen het onderwerp aankeek.
Het pleidooi kwam de NSC-leider op veel kritiek te staan. „Deze uitspraken rechtvaardigen xenofobe en racistische denkbeelden”, schreef de progressieve burgerbeweging DeGoedeZaak bijvoorbeeld dinsdag op Instagram.
Critici vielen onder meer over Omtzigts verwijzing naar de veel hogere vruchtbaarheidscijfers in Afrikaanse landen. Hij voegde daaraan toe: „Ik laat u raden wat dat betekent over twintig, dertig jaar.”
Omtzigt duidde hier vooral op de „volledig verschuivende verhoudingen in de wereld”, zegt hij tegen Nieuwsuur. „Daar zullen we mee moeten dealen.”
De NSC-leider trok zich maandag na de HJ Schoo-lezing snel terug na enkele minuten vragen te hebben beantwoord van journalisten. Ook dinsdag stond de politicus de verzamelde pers, die veel vragen had over de precieze bedoeling van zijn betoog, slechts kort te woord.
Op de vraag van de Nieuwsuur-journalist of zijn rede moet worden opgevat als een pleidooi om meer kinderen te krijgen, zegt hij: „Precies deze vragen betekenen dat je dit onderwerp eigenlijk niet ter sprake kunt brengen.”
„Het interessante is dat iedereen meteen schiet naar: hoe dan, wat dan?” zegt Omtzigt. „Eerst goed doorkijken, dan daar beleid op maken.”