Tuvya Zaretsky helpt jonge stellen; „Ik ben christen, zij is Joods en we begrijpen elkaar niet”
Sinds de Joodse Tuvya Zaretsky (77) als jonge twintiger Jezus als de Messias leerde kennen, zet hij zich ervoor in om zijn volksgenoten met het Evangelie te bereiken. Maar de tijd van pamfletten met woorden als ”Jezus maakte me koosjer” is voorbij.
Zijn levensgeschiedenis leest als een roman van Chaim Potok. Zaretsky’s overgrootvader, eigenaar van een molen, wordt begin vorige eeuw op een dorpsplein in Wit-Rusland vermoord. Joden zijn er niet welkom. Uit wanhoop emigreert de familie naar Noord-Amerika, waar Tuvya Zaretsky wordt geboren. Het is dan 1947.
Op de avond van zijn bar mitswa, in de lente van 1960, neemt Zaretsky „officieel” zijn plaats in de Joodse gemeenschap in. „Ik herinner me een gevoel van trots toen ik de gebeden las, met zowel mijn grootvader als mijn vader, om de beurt, de ene generatie na de andere”, zegt hij.
„Ik zei tegen anderen dat ze moesten stoppen met drugs, terwijl ik die stiekem gebruikte om mijn eigen pijn te verdoven” - Tuvya Zaretsky, Messiasbelijdende Jood
Tijdens zijn studiejaren begint Zaretsky „serieus te zoeken naar de aanwezigheid van de God van Abraham, Izak en Jakob”. Maar hij is eenzaam, wordt depressief en gebruikt in het geheim drugs. Zaretsky krijgt een baan als consulent in een kliniek voor drugsverslaafden. „Ik zei tegen anderen dat ze moesten stoppen met drugs, terwijl ik die stiekem gebruikte om mijn eigen pijn te verdoven.”
Dan ontmoet hij Jean Zeller, die ook in de kliniek werkt. „Ik vertelde haar openhartig hoe God me sinds mijn bar mitswa had teleurgesteld; hoe Hij weigerde te antwoorden, zelfs als ik Hem zocht. Toen vertelde Jean me over Gods belofte: „Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden.””
Zaretsky zoekt de eenzaamheid op, in de bergen, met een Bijbel in de rugzak. Daar, zittend in zijn tent, leest hij het Evangelie van Johannes. „Alles wat ik over Jezus las, overtuigde me ervan dat Hij de Messias is. In Hem zag ik de vervulling van de Schriften. Hij leefde als een Jood en begreep de Thora tot in de kern. Hij onderwees die als geen andere rabbi die ik had gekend. Ik begon te lezen bij avondlicht en eindigde bij het schijnsel van een zaklantaarn. En toen ik uiteindelijk de berg afwandelde, wist ik dat ik de Waarheid –de Messias van Israël– had gevonden.”
Hij laat zich dopen, tot ongenoegen van zijn familie. „Mijn vader verklaarde me dood en mijn zus dacht dat het door de drugs kwam. Maar ik geloofde niet om mezelf populair te maken, maar omdat het Evangelie de waarheid is.”
Enkele weken later vertrekt Zaretsky naar Israël, om „antwoorden te vinden op de unieke uitdaging van Joods-zijn en tegelijk in Jezus geloven”. Hij krijgt steeds meer het verlangen om zijn volk te vertellen dat „Yeshua de Messias is”. Terug in de Verenigde Staten sluit Zaretsky zich aan bij de groep ”Jews for Jesus”, opgericht door Moishe Rosen, om Joodse mensen met het Evangelie te bereiken. Hij wordt de eerste veldwerker.
„We verdedigden het Evangelie in het openbaar”, herinnert Zaretsky zich. „Daarnaast componeerden we Joodse gospelmuziek in klezmermuziekstijl en verspreidden pamfletten, met titels als ”Jesus made me kosher”, Jezus maakte me koosjer, rein. Sommige Joden werden boos, maar anderen vonden de Messias.”
Lausanne
Moishe Rosen ontvangt een uitnodiging voor het eerste wereldevangelisatiecongres in de Zwitserse stad Lausanne in 1974, een initiatief van de Amerikaanse evangelist Billy Graham en de Engelse theoloog John Stott. Maar hij is drukbezet en stuurt Zaretsky, met het advies: „Ga, en leer alles wat je kunt”.
Daar zit hij dan, samen met een Amerikaanse vriend, tussen de honderden zendelingen. „We waren zo’n beetje de enigen zonder pak met stropdas. Op een gegeven moment zongen we het lied ”Laat de aarde Zijn stem horen”. Ik moet toegeven dat ik het moeilijk had als Joodse buitenstaander. Ik was opgegroeid met het geloof in Gods boodschap in Jesaja 49:6, dat mijn volk was uitverkoren om een licht te zijn voor de volken. Dat is nog steeds waar. Toch heb ik in de loop van mijn leven geleerd dat gelovigen uit vele volken één zijn in Jezus.”
Zaretsky, die zijn leven in het boekje ”Hineni” (2004) beschrijft, is sindsdien vaste gast op de wereldevangeliesatiecongressen. Eind september neemt hij ook deel aan het vierde Lausanne Congres voor Wereldevangelisatie in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul. Dan wordt ook de vijftigste verjaardag van de Lausannebeweging gevierd.
Wat leerde u van die duizenden zendelingen?
„Op de Lausannecongressen ontmoette ik christenen met een hart voor evangelisatie en discipelschap. Ik leerde hoe je anderen kunt dienen en dat evangelisatie begint met luisteren. ”Lausanne” is tegelijk heel duidelijk: er is maar één Redder voor alle mensen, Jezus de Messias. Dat geldt voor Joden én alle andere bevolkingsgroepen. De contacten leidden onder meer tot het opstellen van de Willowbank-verklaring in 1989, waaraan onder anderen dr. J.I. Packer meewerkte. Die onderstreepte de noodzaak om ook Joden het Evangelie te verkondigen.”
Sommige christenen spreken liever niet over zending of evangelisatie onder Joden, het verbondsvolk van God. En dan komen daar nog de gruwelen van de middeleeuwse pogroms en de Holocaust bij.
„In naam van het christelijke geloof zijn er verschrikkelijke dingen gedaan. Zoals de moord op miljoenen Joden in Duitsland, het land van de Reformatie. Maar dat betekent niet dat het christendom zélf slecht is. Als Joodse gelovige in Jezus krijg ik daar wel eens vragen over. Dan antwoord ik dat ik er niet bij ben geweest, dat het idioten waren die zulke gruwelijkheden begingen. Christenen staan niet tegenover Joden; dat is een valse tegenstelling. Er zijn Joden die christen zijn en er zijn christenen die geen echte christenen zijn. De Bijbel is duidelijk: er is onder de hemel geen andere Naam gegeven door Wie we moeten zalig worden.”
Is het tijd voor een nieuwe verklaring van de Lausannebeweging over het Evangelie voor het Joodse volk?
„Dat is zeker nodig. Ging de Willowbank-verklaring vooral over Christus als enige Redder, een nieuwe verklaring zou wat mij betreft moeten insteken met het gevaar van antisemitisme. Ik geloof soms mijn eigen oren niet als ik Joden hoor vertellen dat ze niet naar de synagoge durven te gaan vanwege antisemitische uitlatingen.”
En een statement over de oorlog in Gaza, na de aanslagen van Hamas in Israël op 7 oktober?
„Tja, hoe spreek je hierover zonder verder te polariseren? Dat is heel moeilijk. Maar laat het duidelijk zijn dat haat vanwege iemands bloedlijn of ras verwerpelijk is. Het bestaan van het Joodse volk, of het nu gaat om seculiere of religieuze mensen, laat zien dat God er is en Zijn belofte aan Abraham, Izak en Jakob houdt. Het belangrijkste is om deze levende God te kennen.”
„Het bestaan van het Joodse volk laat zien dat God er is en Zijn belofte aan Abraham, Izak en Jakob houdt ” - Tuvya Zaretsky, oprichter van de organisatie Jewish Gentile Couples
Gemengd huwelijk
Zaretsky is getrouwd met Ellen, „ook een Joodse gelovige in Jezus”. Hij richtte dertig jaar geleden de organisatie Jewish Gentile Couples op, een adviesdienst voor interculturele stellen. De Messiasbelijdende Amerikaan signaleert dat het steeds ongebruikelijker wordt dat er binnen de Joodse gemeenschap zelf gehuwd wordt. Uit onderzoek van Pew Research blijkt dat minder dan de helft (47 procent) van alle Joden in de Verenigde Staten een Joodse man of vrouw trouwt.
Zaretsky ontdekte dat deze „interculturele” stellen die in een „diaspora” leven ontvankelijker zijn voor het Evangelie. „Stellen die op onze website terechtkomen, zeggen: „Ik ben christen, zij is Joods en we begrijpen elkaar niet.” Dan leggen wij uit wat de verschillen zijn en getuigen zo van de Messias.”
Het Jodendom heeft het moeilijk om jonge mensen vast te houden, ziet Zaretsky. Ze gaan minder vaak naar de synagoge; driekwart is seculier. „Sommige tradities worden wel in ere gehouden, zoals het vieren van feesten of koosjer eten, maar van het dagelijks leven maakt God vaak geen deel uit.”
Dat maakt evangelisatie heel anders dan in de jaren zeventig, toen Zaretsky op straat pamfletten uitdeelde. „Internet heeft een grotere wereld geopend. De benadering veranderde van ”Ga en vertel” naar ”Heb lief en dien”. Naar de opdracht van Mozes: „U zult de Heere uw God liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met al uw kracht. En uw naaste als uzelf.””