Buitenland

Duitsland houdt idee van EU-kopgroep achter de hand

Wat gebeurt er als de Britten volgend voorjaar in een referendum de Europese grondwet afwijzen? Een officieel scenario voor die situatie ontbreekt. Maar bondskanselier Schröder lijkt het al te weten. Hij wil dan een kopgroep vormen met landen die bereid zijn tot een versnelde integratie.

A. A. C. de Rooij
4 March 2005 10:40Gewijzigd op 14 November 2020 02:18

In tien EU-lidstaten mag de bevolking rechtstreeks, in het stemhokje, haar mening geven over de introductie van het constitutioneel verdrag. Spanje beet in februari het spits af. Een ruime meerderheid (77 procent) ging akkoord, maar niet eerder sinds het herstel van de democratie in 1975 was bij verkiezingen de opkomst zo laag (42 procent).

Portugal (20 april), Nederland (1 juni), Luxemburg (10 juni), Frankrijk (waarschijnlijk ook in juni), Denemarken (27 september), Groot-Brittannië, Ierland, Polen en Tsjechië volgen. De kans is aanwezig dat er ergens een nee uit de bus rolt. Met name het traditioneel eurosceptische Verenigd Koninkrijk geldt als een geduchte risicofactor. De opvatting dat de Unie toegroeit naar een gecentraliseerde superstaat, met veel macht voor Brussel en verlies van nationale soevereiniteit, doet onder de eilandbewoners breed opgeld.

Een deel van de media laat geen mogelijkheid onbenut de vrees op dat punt aan te wakkeren. Zo berichtte het dagblad ”The Sun” deze week uitvoerig over een uitspraak van de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken, Moratinos, dat de voorgenomen hervormingen de vrijheid van de lidstaten om regels en wetten uit te vaardigen zal beperken en dus de zelfstandigheid aantast. Tegelijk werd herinnerd aan een opmerking van diens Duitse collega Fischer. Die bestempelde enkele dagen ervoor het nieuwe verdrag als „het geboortebericht van de Verenigde Staten van Europa.” „Dood van de naties. De Britse onafhankelijkheid zal spoedig tot het verleden behoren”, schreef de krant in vette letters.

De beoogde grondwet, waarover de staatshoofden en premiers vorige zomer overeenstemming bereikten, kan pas in werking treden als alle landen afzonderlijk de tekst hebben goedgekeurd. Een negatief oordeel in ook maar één van de 25 werpt een blokkade op voor de invoering van het document.

Pasklare antwoorden voor de vragen die zich dan aandienen over hoe verder, zijn niet voorhanden. De regeringsaanvoerders zullen naar bevind van zaken handelen. Verdwijnt het concept in de prullenbak en blijft de EU functioneren op basis van het thans gehanteerde Verdrag van Nice? Worden de onderhandelingen over de tekst heropend? Vindt er na enige tijd in de betrokken lidstaat een herkansing plaats, in de vorm van een tweede referendum, zoals ook het geval was toen de Ieren ’Nice’ afwezen? Niets hierover ligt vast.

Maar natuurlijk ontwikkelt wel iedereen zijn gedachten. Interessant in dat verband is een recent essay van directeur Charles Grant van het gerenommeerde, in Londen gevestigde Centre for European Reform. Hij citeert mensen in Berlijn die dicht bij Schröder staan. Die zou een plan achter de hand houden dat hij onverwijld presenteert als de Britten de grondwet verwerpen.

De bondskanselier opteert in die omstandigheid voor een Europa met twee snelheden. Hij denkt aan een kopgroep van landen die niet de gevangenen willen zijn van een of meer partners die op de rem trappen. De avant-garde zou in ieder geval Duitsland en Frankrijk omvatten en ook België en Luxemburg. Andere EU-leden mogen eveneens aanhaken.

De bedoeling is dat de deelnemers op bepaalde terreinen de onderlinge banden extra verstevigen. Zij zullen afspraken maken over bijvoorbeeld een samensmelting van hun legers, het harmoniseren van de belastingsystemen en de strafwet en een echt gezamenlijk buitenlands beleid.

Het idee komt niet zomaar uit de lucht vallen. Wie even teruggaat in de tijd, zal concluderen dat het past bij eerdere signalen op dit punt. Zo belegden de politieke leiders van de vier genoemde naties twee jaar geleden, toen de Unie hopeloos verdeeld was over de kwestie-Irak, een minitop over een gemeenschappelijke Europese defensie. ”De bende van vier” heette toen het kwartet dat nadrukkelijk afstand nam van de Amerikaanse militaire operatie tegen het bewind van Saddam Hussein.

In december 2003, onder de regie van Italië, liep het beraad over de grondwet vast. Spanje en Polen weigerden hun fiat te geven aan de voorgestelde stemmenweging bij beslissingen in de Raad van ministers. Meteen zwaaiden Schröder en president Chirac, die de laatste jaren opereren als een soepele tandem, opnieuw met hun optie van een kern-Europa, een constructie die zou kunnen uitmonden in een complete scheuring binnen de club. Minister Bot vond de discussie niet verstandig, omdat die alleen maar tweedracht en verwarring zaaide. Ze verstomde doordat Ierland als EU-voorzitter de verdragsonderhandelingen weer oppakte en erin slaagde die in juni vorig jaar succesvol af te ronden.

Het lijkt dus een herkenbaar patroon te worden. Op crisismomenten, als de Europese motor hapert en de voortgang van de samenwerking stagneert, klinken er waarschuwende geluiden van de twee grootmachten aan het adres van de rest van het blok: Desnoods gaan we onze eigen weg. Lukt het niet met z’n allen stappen voorwaarts te zetten, dan doen we dat met een kleiner gezelschap. Wie mee wil doen, kan aansluiten; wie dat niet wil, raakt achterop. Schröder en Chirac hebben geen zin zich het tempo van de integratie te laten voorschrijven door de traagste van de EU-bondgenoten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer