Verdachte zegt zich slaan van Deense premier niet te herinneren
De man die verdacht wordt van het slaan van de Deense premier Mette Frederiksen in Kopenhagen, heeft in de rechtbank gezegd zich niets van de mishandeling te herinneren omdat hij alcohol op had. Frederiksen liep bij de aanval op 7 juni een kneuzing aan haar rechterschouder en een lichte whiplash op.
De 39-jarige Pool, die vijf jaar geleden naar Denemarken verhuisde, riskeert een gevangenisstraf, uitzetting en een inreisverbod. Hij ontkent verantwoordelijk te zijn voor het geweld. De man staat terecht voor geweld tegen een ambtenaar, omdat hij met een „gesloten vuist tegen de rechterschouder” van Frederiksen zou hebben geslagen.
De verdachte vertelde dat hij de premier in het centrum van Kopenhagen tegenkwam en dat hij haar herkende. De man zei zich verder alleen te herinneren dat hij werd aangehouden. Het vermeende geheugenverlies kwam volgens de man door de drank die hij daarvoor had gedronken en de verrassing van het tegenkomen van de regeringsleider. Ook zei de man die dag „een slechte” dag te hebben gehad, zonder dit verder toe te lichten.
Een lijfwacht van Frederiksen vertelde in de rechtbank dat veel mensen op straat waren toen de verdachte de premier benaderde. „Hij zei iets onverstaanbaars tegen haar. Toen hij haar passeerde, sloeg hij haar met zijn vuist hard op haar schouder”, verklaarde hij. De premier wordt in de zaak niet als getuige opgeroepen.