Dienstenbureau CGK blijft, ondanks alles, toekomstgericht
De vooruitzichten voor de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) zijn ongewis. Toch wil het dienstenbureau van dit kerkverband toekomstgericht blijven werken. „Gods opdracht moeten en mogen we ook vandaag de dag gewoon uitvoeren.”
„Op vrijdag is het hier meestal erg rustig”, zegt René Hubregtse (56), directeur van het dienstenbureau van de CGK, als hij op zijn kantoor koffie schenkt. En inderdaad, in de kantoorruimtes op de eerste verdieping van de Veenendaalse Pniëlkerk zijn op deze laatste werkdag van de week, begin juli, slechts enkele medewerkers aanwezig. Hubregtse: „In totaal heeft het dienstenbureau zeventien mensen in dienst. De meesten van hen werken in deeltijd.”
Wat ze zoal doen? Hubregtse, die sinds november 2023 parttime directeur is (een deel van de week is hij diaconaal consulent), pakt de kerkorde er even bij. „De formele opdracht van het dienstenbureau vind je in bijlage 1.39. Als je die doorleest, zie je dat ons werk een hoog administratief karakter heeft. Wij voeren hier het secretariaat en de financiële administratie van een aantal deputaatschappen, ook de abonnementenadministraties van de bladen De Wekker en van CGK-Vrouw. Verder doen we de secretariële ondersteuning van classes en synoden. Alle rapporten die op zulke vergaderingen besproken worden, komen bij ons binnen, worden hier geredigeerd en door ons ook weer verspreid.”
Van alle deputaatschappen in de CGK houden er drie ook kantoor op de Veenendaalse bovenverdieping: diaconaat, evangelisatie en zending. „Verder doen we hier de salarisadministratie van sommige kosters en van een aantal missionair werkers, en ook de begeleiding van het ziekteverzuim.”
Bovenverdieping
Zo verzet het dienstenbureau van de CGK dus, voor velen onopgemerkt, veel werk om het reilen en zeilen van het kerkverband mogelijk te maken. „Tegelijk zijn wij, bezien in het geheel van kerkelijk Nederland, slechts een kleine speler. Ons dienstenbureau is bijvoorbeeld veel kleiner dan het Steunpunt Kerkenwerk van de Nederlandse Gereformeerde Kerken in Zwolle. En ook beduidend kleiner dan het Bureau Kerkelijke Dienstverlening van de Gereformeerde Gemeenten in Woerden”, zegt Hubregtse, die tot 2014 directeur was van Helpende Handen, een belangenorganisatie in de reformatorische gezindte voor mensen met een beperking.
Heeft men in Woerden, om maar iets te noemen, een eigen pand ter beschikking, in Veenendaal huist het dienstenbureau op de bovenverdieping van de Pniëlkerk. Ja, het bureau heeft een eigen ingang, maar daar moet je wel even naar zoeken.
Zou het dienstenbureau groter moeten zijn? Hubregtse formuleert zorgvuldig: „We hebben een hecht team en verzetten het werk met een klein clubje. De functies zijn inhoudelijk divers; alle medewerkers zijn zeer betrokken. Dat blijkt onder meer in gesprekken tijdens de pauzes, en ook bij gezamenlijke weekopeningen. Maar dat we klein zijn, maakt ons ook kwetsbaar. We hebben bijvoorbeeld één financieel beleidsmedewerker, die van de hoed en de rand weet. Als die uitvalt of met pensioen gaat, hebben we meteen een flink probleem.”
„Binnen kerkelijk Nederland is ons bureau maar een kleine speler” - René Hubregtse, directeur dienstenbureau CGK
Draagvlak
Twee belangrijke pijlers onder elke organisatie zijn kwaliteit en continuïteit, betoogt de directeur. „In de context van de huidige CGK roept dat best vragen op. Want hoe ziet ons kerkverband er over twee of drie jaar eigenlijk uit? Stél dat het tot een ontvlechting zou komen, wat betekent dit dan voor ons kantoor en voor onze medewerkers? Als directeur is het mijn verantwoordelijkheid hierover na te denken. Een van de vragen die op tafel lagen, was: moeten we in de huidige omstandigheden wel gaan investeren in een nieuwe ICT-omgeving, waar we echt aan toe zijn? We hebben besloten dit, ondanks alle onzekerheid, wel te doen.”
En om het nog ingewikkelder te maken: het ledental van de CGK daalt de laatste jaren gestaag. „Het draagvlak onder het dienstenbureau wordt dus kleiner, ook in financiële zin. Terwijl het anderzijds weleens zo zou kunnen zijn dat we in de toekomst, als de structuur van ons kerkverband zou veranderen, in administratief opzicht juist meer uit de kast moeten halen.”
„Het dienstenbureau zou lokale missionaire initiatieven meer willen ontzorgen” - René Hubregtse, directeur dienstenbureau CGK
Toch wil Hubregtse, benadrukt hij, in zijn beleidsvorming „niet bij voorbaat kiezen voor beperking”, maar juist de nadruk leggen op waar hij perspectieven ziet. „Als christen en CGK-lid wil ik, ondanks alle onzekerheden, elke dag weer aan de slag gaan vanuit mijn betrokkenheid op de kerken, gebaseerd op Gods opdracht. De 180 cgk’s zijn er nog steeds, en daarin gebeuren nog altijd mooie dingen die wij willen ondersteunen en faciliteren. Daarom hebben we in het synoderapport van het dienstenbureau bewust ook aandachtspunten opgenomen die laten zien dat wij, ondanks alles, toekomstgericht willen werken.”
Zo bevat het rapport onder meer een voorstel om fondsenwerving voor zending, evangelisatie en diaconaat vanuit het dienstencentrum meer gecentraliseerd te ondersteunen. „Er zijn in de CGK tal van missionaire gemeenten, pioniersplekken en dergelijke. Wij zouden het mooi vinden als we die in administratief opzicht meer zouden kunnen ontzorgen. Soms zie je lokaal prachtige initiatieven op het terrein van evangelisatie. Het komt dan wel voor dat een kerkenraad niet de capaciteit heeft om deze bestuurlijk en financieel te dragen. Dan brengt men het onder in een stichting. Wij vragen ons af: is het wel goed om zo’n activiteit, die toch tot het hart van de kerk behoort, in een stichting onder te brengen? Of zouden wij als dienstencentrum hierin misschien iets kunnen betekenen?”