Hygiëne in verloskundigenpraktijk laat soms te wensen over
Verloskundigen moeten in sommige gevallen nog meer op de hygiëne letten, constateert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De organisatie deed een steekproef bij tien praktijken voor begeleiding voor, tijdens en na een (thuis)bevalling.
„In zes van de bezochte praktijken worden de praktijkruimten minder vaak schoongemaakt dan de richtlijn voorschrijft”, aldus de IGJ. „En van het echoapparaat is niet altijd duidelijk hoe vaak de verloskundigen dit moeten reinigen en óf het wordt gedaan. Na inwendige echo’s moeten zij de echoprobe reinigen én desinfecteren. Dit gebeurt niet overal.” Een echoprobe registreert geluidsgolven.
Ook over het compleet reinigen van baarkrukken, stoeltjes waarop je kunt gaan zitten om het persen gemakkelijker te maken, is de inspectie niet zonder zorg.
Voldoende hygiëne rond de bevalling is absoluut noodzakelijk, want infectieziekten kunnen gemakkelijker toeslaan door de kwetsbaarheid van barende ouder en kind. „Verloskundigen weten hoe belangrijk goede infectiepreventie is, maar we zien dat in de praktijk nog verbeteringen nodig zijn”, schrijft de inspectie.
Zo is ook niet overal de juiste handalcohol aanwezig. Verloskundigen horen verder handschoenen, een bril, schort en een mondneusmasker te dragen als er kans is op het overdragen van een infectieziekte, maar de inspectie heeft ook begrepen dat de zorgverleners „niet alle middelen gebruiken in situaties waarbij dit risico aanwezig is”.
De medicatie die de verloskundige ongekoeld in de zogenoemde bevaltas meeneemt, heeft een kortere houdbaarheid, maar ook daar wordt niet altijd goed genoeg op gelet. En schoon en vuil materiaal wordt ook weleens minder goed van elkaar gescheiden.
In acht van de tien praktijken werd ook het verbod op het dragen van sieraden onvoldoende gevolgd.