Bosnisch-Servische generaals melden zich
De van oorlogsmisdaden verdachte Bosnische generaal Rasim Delic heeft zich maandag gemeld bij het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag. Voordat hij maandagochtend in Sarajevo op het vliegtuig naar Nederland stapte, bedankte hij de ongeveer 300 Bosnische ex-militairen die hem kwamen uitzwaaien.
Ook de Bosnisch-Servische generaal Radivoje Miletic is inmiddels in Den Haag gearriveerd. Hij had in Belgrado het vliegtuig genomen.
Met twee andere Bosnisch-Servische generaals, Milan Gvero en Zdravko Tolimir, wordt Miletic beschuldigd van medeplichtigheid aan genocide van meer dan 7000 moslims in Srebrenica in juli 1995. Gvero gaf zich vorige week over. De Servische regering onderhandelt nog over de overgave van Tolimir. Alledrie waren naaste medewerkers van de voortvluchtige bevelhebber van de Bosnische Serviërs, Ratko Mladic.
De 56-jarige Delic, die het Bosnische leger leidde in de oorlog van 1992-1995, wordt door het tribunaal verantwoordelijk gehouden voor de moord op en verkrachting van Bosnisch-Servische en Kroatische krijgsgevangenen, waaraan buitenlandse vrijwilligers zich schuldig zouden hebben gemaakt. Vrijwilligers uit islamitische en Arabische landen kwamen vanaf 1991 naar Bosnië om zich aan te sluiten bij het door moslims gedomineerde leger, dat toen in een strijd verwikkeld was met zowel de door Joegoslavië gesteunde Bosnische Serviërs als een door Kroatië gesteunde Bosnisch-Kroatische militie.
Delic bracht de buitenlandse vrijwilligers onder in een speciale eenheid, El Mujahed. Volgens de aanklacht had Delic geweten moeten hebben dat de vrijwilligers „geneigd waren misdaden te plegen”, met name tegenover krijgsgevangenen.
Al in juni 1993 zouden buitenlandse moslimstrijders een groep van dertig Kroatische gevangenen onder vuur hebben genomen. Er vielen 24 doden. Delic wordt ook verantwoordelijk gehouden voor de dood van naar schatting zestig Servische soldaten in het gevangenenkamp Kamenica en de verkrachting van drie Servische vrouwen in het kamp. De lichamen van de soldaten zijn nooit teruggevonden. Volgens de aanklacht werd een aantal gevangenen onthoofd en werden andere gevangenen gedwongen een hoofd dat aan een haak aan een muur hing te kussen.
Delic is met Sefer Halilovic de belangrijkste door het in Den Haag gevestigde tribunaal aangeklaagde Bosnische moslim. Halilovic, wiens proces al aan de gang is, was de voorganger van Delic als bevelhebber van het Bosnische leger.
Het VN-tribunaal in Den Haag heeft maandag de straffen van vier Bosnisch-Servische kampbewakers in hoger beroep gehandhaafd. Miroslav Kvocka, Mlado Radic, Zoran Zigic en Dragoljub Prcac waren in 2001 tot straffen variërend van 5 tot 25 jaar veroordeeld. De vier werkten in het kamp Omarska, waar moslims en Kroaten werden gemarteld, verkracht en vermoord.
De zwaarste straf was voor Zigic, die in woede uitbarstte toen hij hoorde dat zijn straf werd gehandhaafd. Radic kreeg twintig jaar. Kvocka en Prcac hebben hun straffen inmiddels uitgezeten en worden vrijgelaten.