Vicepremiers prijzen bevlogenheid en teamgeest afzwaaiend kabinet
De vicepremiers van D66 en CDA zijn trots op wat het demissionaire kabinet heeft bereikt, en op de meestal hechte samenwerking. Dat zeiden zij terugblikkend rond de laatste ministerraad van het vierde kabinet-Rutte.
CDA-vicepremier Karien van Gennip meent dat het afzwaaiende kabinet „op alle grote dossiers” stappen heeft gezet. „Dit was vooral een kabinet van een aantal professionele, bevlogen mensen die graag met elkaar iets voor elkaar wilden krijgen.”
D66-vicepremier Rob Jetten is trots op wat hij als klimaatminister heeft bereikt, maar vindt dat het kabinet tekortschoot bij de aanpak van de stikstofcrisis en op het gebied van migratie. Op die terreinen noemt hij het „jammer dat we niet meer voor het land hebben gedaan”.
Jetten prijst ook de teamgeest in het kabinet, ondanks de „heel stevige discussies” die soms ook in de Trèveszaal werden gevoerd. „Ik denk dat we toch wel een ploeg hadden die elkaar ook door dit zware bestaan heeft heen gesleept.”
Hij noemt de reacties op de ernstige bedreigingen aan het adres van natuur- en stikstofminister Christianne van der Wal als voorbeeld. „Dan zie je ook dat iedereen even een arm eromheen slaat en de collega door zo’n moeilijke tijd heen helpt.”
Van der Wal zelf vindt het „wel lekker” dat de langverwachte dag van afscheid er nu is. „En ja, het is ook gewoon mooi zo”. Zij gaat verder als Tweede Kamerlid van de VVD, hoewel bekend is dat zij geen fan is van de rechtse coalitie waar haar partij instapt.
Het gedeelte van het hoofdlijnenakkoord dat over haar huidige portefeuille gaat, is „niet mijn favoriete hoofdstuk”, erkent Van der Wal. Toch draagt zij de verantwoordelijkheid naar eigen zeggen „met een goed gevoel” over aan haar opvolger.
Scheidend staatssecretaris Hans Vijlbrief (Mijnbouw) voelt wel „een beetje weemoed” bij het naderende afscheid, geeft hij toe. Voor hem overheerst het gevoel „dat het kabinet nooit had moeten vallen”. Anderzijds vindt hij het ook wel „fijn dat het vakantie is”.
Onderwijsminister Robbert Dijkgraaf vindt het „jammer dat het avontuur ten einde is gekomen”. Hij is blij dat 1 juli zijn laatste werkdag is. „Dan sluiten we het herdenkingsjaar slavernijverleden af. Dus ik voel dat ik dat deel van mijn portefeuille heb kunnen afronden.”