Ruim zestig miljoen Iraniërs kunnen hun stem uitbrengen, maar volgens waarnemers daalt de opkomst bij verkiezingen al jaren sterk. In 2021 was de opkomst bijna 49 procent en 13 procent van de uitgebrachte stemmen bleek blanco of ongeldig. Volgens waarnemers was de opkomst in de hoofdstad Teheran toen nog geen kwart van de kiezers.

De kandidaten zijn voorgeselecteerd door een toezichtsraad die wordt gedomineerd door de feitelijke en geestelijke leider van het land, de ayatollah Ali Khamenei. De raad heeft circa tachtig kandidaten niet geschikt voor deelname bevonden. Zes mogen er meedoen, onder wie een kandidaat uit Tabriz die veelvuldig kritiek uit op het regime van de sjiitische geestelijkheid en op de manier waarop verkiezingen worden gehouden. Deze Massoud Pezeshkian lijkt zeker bij een lage opkomst weinig kans te maken tegenover de overgebleven kandidaten die als trouwe aanhangers van Khamenei gelden.

Die drie zijn een voormalig topdiplomaat die over Irans nucleaire ambities met buitenlandse mogendheden onderhandelde, Saeed Jalili, een kandidaat die onder meer minister van Binnenlandse Zaken is geweest, Mostafa Pourmohammadi en parlementsvoorzitter Mohammad Bagher Qalibaf die eerder generaal van de Islamitische Revolutionaire Garde (IRGC) was, de elitetroepen van het regime.

De ayatollah heeft tot „maximale opkomst” opkomst opgeroepen. De verkiezingen zijn gevolg van de dood van president Ebrahim Raisi die in mei bij een helikopterongeluk om het leven kwam. Ook hij werd tot president gekozen nadat geestverwanten die op de kandidatenlijst stonden, zich hadden teruggetrokken.