„En Hij zei tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie aan alle creaturen.”

De Heere zendt Zijn knechten ook tot zulken die niet verkoren zijn en Hij wil dat zij de mensen uit die staat waarin zij zich als zondaars bevinden, zullen roepen tot een betere en gelukzaliger staat. Dit leert ons de gelijkenis in Lukas 14, over het grote avondmaal, zeer duidelijk. Wie deze grote waarheid wil loochenen, toont juist daardoor heel duidelijk dat hij op dit gedeelte van Gods heilig Woord nooit met echte aandacht gelet heeft.

Deze gelijkenis toont tevens hoe lankmoedig en geduldig, hoe aanhoudend en bij herhaling God velerlei liefdesarbeid zelfs aan ondankbare versmaders van Zijn nodiging laat besteden. Het is voor de Heere niet genoeg eenmaal Zijn boden en knechten te zenden. Nee, Hij zendt bode op bode, ja Hij laat niet af, zelfs na herhaalde versmading, de ganse dag Zijn handen uit te breiden tot een wederstrevig volk. Zolang het de tijd van Zijn verdraagzaamheid voor een land of volk is, zolang houdt ook de Heere niet op telkens opnieuw met alle ernst, liefde en oprechtheid zo’n volk te laten onderrichten over die dingen die tot hun vrede dienen kunnen.

_Theodorus Adrianus Clarisse,
predikant te Amsterdam

(”Een drietal leerredenen, Lukas 14:15 tot en met 24”, 1779)_